‘Blijf vertellen’

De Goirlese en Rielse burgers die oorlogsslachtoffers werden in de periode 1940-1955 zijn nu te boek gesteld door Gemma van de Klundert-Bertens en Gerrit van Heeswijk. Bijna twee jaar lang hebben zij gezocht en gespeurd. Dat monnikenwerk heeft geleid tot het boek ‘Vertel hun verhaal’ dat in een oplage van 150 exemplaren is gepubliceerd.

door: Norbert de Vries

Vele archieven

Er bestaat al het, uit 1994 daterende, standaardwerk Goirle 1940-1945 (met als ondertitel: Een grensdorp bedreigd, bezet en bevrijd…) en daarin is een lijst opgenomen van de Goirlese oorlogsslachtoffers (pagina 231 en volgende). Die lijst wordt nu uitgebreid, wat de burgerslachtoffers betreft, want Riel is erbij gekomen, en nieuwe namen zijn opgedoken in de archieven.

Gerrit van Heeswijk gaf in zijn presentatie aan hoe je nu – anders dan in 1994 - van het ene archief naar het andere kunt surfen (heel veel archieven zijn nu digitaal te raadplegen) om zo steeds meer gegevens te verzamelen. Op deze wijze kun je het verhaal schrijven van al die slachtoffers, en dat hebben Gemma en Gerrit op voorbeeldige wijze gedaan.

Goirle 1940-1945

Toch nog even terugkomen op dat genoemde standaardwerk met als auteurs Piet de Bont, Jef van Gils, Gerrit Kobes, Piet Wiercx en eindredacteur Ben Loonen. Ook dat boek werd uitgegeven door de Heemkundige Kring De Vyer Heertghangen (tegenwoordig Stichting Erfgoed Goirle). Van de genoemde auteurs verdient Gerrit Kobes bijzondere vermelding. Bij de presentatie van het boek ‘Vertel hun verhaal’ viel zijn naam regelmatig, want hij mag gelden als de dragende kracht achter al die lokale geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog. Het is daarom heel terecht en sympathiek dat Gemma en Gerrit het eerste exemplaar van hun boek aanboden aan mevrouw Kobes, de weduwe van Gerrit Kobes.

Een mooi en waardevol boek

Het is een mooi boek geworden.Gerrit zegt: ‘Veel dank gaat uit naar Fons Smits die de opmaak heeft verzorgd, en dat was bij dit boek geen sinecure, mede vanwege de talrijke wijzigingen en toevoegingen tot op het laatste moment. Van bijna alle slachtoffers hebben we een foto kunnen vinden. Dat is belangrijk, want het geeft je een beeld van de persoon wiens levensverhaal je aan het lezen bent.’

Het is zeker ook een waardevol boek. Gerrit vertelde tijdens de presentatie hoe hij tijdens gesprekken met nabestaanden meermaals merkte hoe zwaar het verlies van het overleden familielid nog steeds weegt, en hoeveel troost het hen biedt, dat het verhaal van de overledene nu te boek is gesteld.

In het voorwoord van burgemeester Van Stappershoef lezen we hoe hij in gesprekken met echtparen die zestig of vijfenzestig jaar getrouwd zijn vaak hoort over hun herinneringen aan de oorlog. Zij hebben het meegemaakt. En dan schrijft hij: ‘Ik realiseerde me dan dat de oorlog helemaal niet iets is van heel lang geleden. Hier zat ik tegenover mensen die er toen ook waren. En er middenin stonden. En nu erover vertelden alsof het gisteren was. (…) Maar er komt een moment waarop er niemand meer is die de verhalen uit eigen getuigenis kan vertellen. Daarom is dit boek zo belangrijk.’

En hij sluit af met de woorden: ‘Een oorlog die dus helemaal niet zo lang geleden is. En, veel erger, ook nooit zo dichtbij was. Dus, blijf vertellen. Van generatie op generatie.’