Vrijdagmiddag 27 september. Windvlagen en herfstregens. Er vliegen F-16’s ten afscheid over. Niet met het geluid van een zacht kabbelende beek of het fluisterende gezwatel van de bomen in het bos. Inderdaad, we zijn in het Bezinningsbos, en we zijn er niet alleen: collegeleden, raadsleden, ambtenaren, buurtbewoners, peters en meters (leg ik nog uit), een singer-songwriter, de beeldend kunstenaar, familieleden van de kunstenaar, de media, en een heuse monseigneur, maar die kwam wat later aan, omdat ie verdwaald was in het bos. Kortom, een groot gezelschap dat bijeen zat onder een zo nu en dan hevig klapperend tentdak, waarop de regendruppels gedurig trommelden. ‘Onder het tentdak der Eeuwigheid’, mompel ik.
door: Norbert de Vries
Wat brengt ons bijeen?
‘Veel soorten van verdriet, ik noem ze niet. Maar een, het afstand doen en scheiden. En niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn.’ Bekende regels van de dichteres Vasalis. Het verdriet van het afgesneden zijn van iemand van wie je zielsveel houdt. Het leven en de dood, wat weten we ervan? Couperus schreef: ‘Wij weten niets; wij dwalen maar, wij droomen maar; wij waren zomerblijde of zijn najaarweemoedig; wij waren loom droomerig aan den boord van het meer en wij zijn nu huiverig angstig, omdat zich het einde weeft, maar ook… dát wat nu komen zal… en dat wij niet weten…’ Dood en verlies zijn onvermijdelijk, dát weten we.
Het verdriet en de tranen. I do my crying in the rain, zongen de Everly Brothers. En dan dat prachtlied van Smokey Robinson and The Miracles over de tranen van een clown: ‘Now there’s some sad things known to man/but ain’t too much sadder than/the tears of a clown/when there’s no one around.’ Huilen en treuren doe je kennelijk bij voorkeur in je eentje, op een stille plek, in een bos bijvoorbeeld, als het regent.
Maar vandaag, 27 september, zijn we samen. We zijn bijeen gekomen om het Bezinningsbos te ‘openen’, of ‘in te wijden’. En dat is een heuglijke gebeurtenis met vele trieste aanleidingen.
‘Vanaf nu hebben we een bezinningsbos. En het is van ons allemaal.’
Dit waren de slotwoorden van de prachtige toespraak van burgemeester Mark van Stappershoef. Hij ging in op de ontstaansgeschiedenis van het project. Die geschiedenis begon in 2014 met het neerhalen van de MH17 boven Oekraïne. Alle 298 inzittenden kwamen om. Eén van hen was Astrid Hornikx uit Goirle. ‘Haar ouders Jeanne en Bart, maakten zich bij ons sterk voor een blijvende herdenkingsplek in Goirle. Het idee van een herdenkingsplek sprak het toenmalige college aan. Maar wel in een verbrede vorm. Een plek voor iedereen die daar behoefte aan heeft. Waar we Astrid kunnen herdenken. En óók andere mensen en gebeurtenissen. (…) … een rustige plek waar je troost kunt vinden en je gedachten kunt ordenen. Of deze gewoon kunt laten gaan.’
De uitvoering van het idee – men had aanvankelijk helemaal nog geen concrete plek voor ogen - kostte veel tijd. Waar? In welke vorm?
In de toespraak van de burgemeester viel enkele keren de zin ‘alsof het zo moest zijn’. ‘Het was best een lange weg, maar vandaag staan we hier. Het was ook geen gewoon project. Daar was de aanleiding ook niet naar. Daar is het doel van het Bezinningsbos niet naar. Ik ben weleens ongeduldig en toch ben ik blij dat het zo gelopen is. “Alsof het zo moest zijn.” Dat hebben we dikwijls tegen elkaar gezegd in dit project. Een bijzonder proces, puzzelstukken die op hun plek vielen, bijzondere ontmoetingen. Alsof het zo moest zijn.’
De beeldend kunstenaar
‘Alsof het zo moest zijn, kwam Harry Verhoeven op mijn pad. Ik ontmoette de kunstenaar en geboren Goirlenaar ooit in mijn vorige baan. Tweeënhalf jaar geleden kwam hij plotseling spontaan bij mij op de lijn met de wens om ook eens in iets in zijn geboortedorp te doen. Precies in de periode waarin we nadachten over de invulling van deze plek. Dat kon geen toeval zijn. Zijn religieus en spiritueel geïnspireerd werk, zijn eigen persoonlijk verdriet én zijn oorspronkelijke band met Goirle maakten Harry voor ons de juiste man. En hij wilde het graag doen.’
De peetouders
‘Het Bezinningsbos is niet van de gemeente. Het is ván de gemeenschap. En vóór de gemeenschap. We brengen dit tot uiting met peetouders. Peetouders spelen een speciale rol in het leven van een kind. Met name als het gaat om zingeving. Het Bezinningsbos heeft ook peetouders. Zij maken met hun betrokkenheid de persoonlijke verhalen en het om elkaar heen staan, ook tastbaar. Zij denken samen met de gemeente na over de invulling, het bekendmaken en in ere houden van het bos. Peetouders horen erbij op belangrijke momenten. Deze peters en meters hebben ieder hun eigen ervaring waardoor zij zich verbinden aan het Bezinningsbos. Daarmee geven zij er betekenis aan.’
Stille hulde
Er werden vele namen genoemd van mensen die aan de totstandkoming van het project hebben bijgedragen, maar enkele werden niet genoemd, ook al was hun bijdrage van grote waarde: de ambtenaren. Mark zei, dat het project in de waan van de dag nu en dan in het slob dreigde te geraken, maar toen waren er enkele gemeentelijke medewerkers geweest die spontaan opstonden. ‘Om er hun schouders onder te zetten. Naast hun eigenlijke drukke werk. Alsof het zo moest zijn. Ik dank hen dan ook zeer voor hun vasthoudende en gedreven inzet. Met dit bijzondere resultaat tot gevolg.’
Het lied van Lars
Goirle barst van het talent. Kijk bijvoorbeeld maar naar de singer-songwriter Lars Zebregs die het lied ‘Je bent een deel van mij’ schreef, speciaal voor deze gelegenheid.
Uit dat lied citeer ik enkele regels:
’t Is alsof de leegte er mag zijn
Alsof het leed dat schuilt in mij
Me aankijkt en wanhopig zoekt
Al landt het, het is nooit genoeg
Je blijft een deel van mij