Het hoofdpijndossier De Fokmast

Toeval? Het bestaat! Ik las ’s ochtends het gedicht ‘Das Riesenspielzeug’ van Adelbert von Chamisso. Beroemd, oud gedicht, uit 1831. Het beschrijft hoe er reuzen wonen op een hoge burcht, en hoe het reuzendochtertje op zekere dag afdaalde naar het dorp in het dal, en daar een boer zag ploegen. 'Ei! artig Spielding!' ruft sie, 'das nehm' ich mit nach Haus!', en ze veegt het hele spel in een zakdoek. Thuis gekomen laat ze het opgetogen aan haar vader zien, maar die reageert boos:

Wo du es hergenommen, da trag es wieder hin,

der Bauer ist kein Spielzeug, was kommt dir in den Sinn?

En hij legt uit: denn wäre nicht der Bauer, so hättest du kein Brot.

Zonder de boer geen voer, zogezegd.

Welnu, ‘s middags, op dezelfde dag waarop ik dit gedicht las, ontving ik een noodkreet van een boerin. Groot onrecht dreigt op de Fokmast. De reuzen van Provincie, Brabants Landschap en Gemeente willen het bedrijf van Jan en Bart Vermeer in een zakdoek vegen en meenemen. Wat denken die reuzen wel?

door: Norbert de Vries

Een slepende zaak

De discussies over plannen met betrekking tot de Fokmast begonnen in 2012 en komen binnenkort tot een (voorlopig) einde als de gemeenteraad op 17 september een besluit zal nemen over het voorstel ‘Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Chw locatie Fokmast’. (vraag me niet wat Chw betekent, want ik weet het niet; herstel, ik weet inmiddels dat het de afkorting is van de Crisis en Herstel Wet). Twaalf jaar, en in die twaalf jaar hebben vijf wethouders er diep over nagedacht (Harry van de Ven, Guus van der Put, Marijo Immink, Bert Schellekens en nu Liselotte Franssen). De plannen veranderden ook in de loop der jaren. De paarden van de manage bijvoorbeeld gingen niet naar de Fokmast (‘I fok horses’, ‘Pardon?’, ’Yes, paarden’). Enfin, het hele traject in kaart brengen, zou veel te veel tekst vergen, en ik moet me daarom beperken.

Sinds 1923

De familie Vermeer boert al een eeuw aan de Nieuwkerksedijk. Thea Vermeer vertelt: ‘Het grondstuk aan de Nieuwkerksedijk werd in 1923 gekocht door de vader, Gerard Mutsaers, van de oma van mijn man Leo. Die oma, dat was Trees Vermeer-Mutsaers. Het grondstuk is altijd in de familie gebleven. Met Bart zijn we dus inmiddels bij de vijfde generatie Vermeer op die plek (van Gerard, naar Trees, naar Drik, naar Leo, naar Bart die daar momenteel een bedrijfswoning aan het bouwen is). Maar de toekomst van het agrarisch bedrijf daar loopt nu groot gevaar, enerzijds door de wijziging van de bestemming en anderzijds door de ‘vernatting’ van het gebied aldaar met extreem wisselende grondwaterstanden als gevolg. Zoals Bart Vermeer het als inspreker bij de vergadering d.d. 27-8-24 van de commissie Fysiek formuleerde: ‘Mijn terrein wordt kletsnat. Voor iedereen in het gebied werd naar een oplossing gezocht maar voor ons niet. Wij worden in het water gezet en krijgen de overlast! Er is niet naar ons agrarisch en woonbelang gekeken.’ Thea Vermeer: ‘Het fundament onder het bedrijf van Bart wordt daarmee weggerukt.’

Bestemmingsplan

Niet om al te technisch te worden, maar toch even: het betreffende perceel van de boerderij van Vermeer heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming ‘Agrarisch landschappelijk’. In het nieuwe bestemmingsplan zou dat expliciet ‘natuur’ worden. Die wijziging heeft tot gevolg dat de gebruiksmogelijkheden van het perceel ernstig worden beperkt, of zelfs onmogelijk worden gemaakt voor Vermeer en zijn directe buurboer. Het zou de Provincie zelfs een titel bieden voor een onteigening. Thea Vermeer: ‘Dit alles zonder gefundeerde reden en wel direct naast een aankomend bedrijventerrein met zware industrie voor Paulissen!’

Om dit op te lossen wordt er nu geopteerd voor een nadere aanduiding ‘natuur met waarden’ waardoor het huidige agrarische gebruik kan worden voorgezet. Maar, echter, edoch: niet voor het gehele perceel!

Onvoldoende aandacht, niet gehoord

In de diverse stukken lees ik over ‘betrokken partijen’ (te weten: de Provincie, de gemeente, Brabants Landschap, en de waterschappen) en ‘betrokken stakeholders’ (te weten: Paulissen, de Gemeentewerf en manege De Heideruiter) maar over boeren lees ik niets. Het is een treffende passage uit een verslag van 27 mei jl. en ik citeer deze daarom hier: ‘Mevrouw (er staat: X, maar lees hier gerust Thea Vermeer) wil tot slot nog kwijt dat zij vindt, dat de gemeente onvoldoende aandacht voor de ondernemers in het gebied heeft. Het gaat hier om een agrarisch bedrijf met twee volwaardige opvolgers, hier wordt in haar ogen onvoldoende rekening mee gehouden door het college.’ In een ander verslag van een overleg met een andere agrariër klinkt evenzo de klacht : ‘geen communicatie van de kant van de gemeente’. Is de boer geen stakeholder, geen belanghebbende?

En de boer

Hij wil graag voortploegen. En hij wil niet het kind van de rekening worden. En geen speelbal worden van de machtige organisaties die dreigen met onteigening. Der Bauer ist kein Spielzeug!

Na mijn gesprek met Thea Vermeer, fiets ik terug naar huis. Ik passeer het Kloosterplein, en het slaat drie uur. Het carillon speelt de aardige melodie van de drie schuintamboers, en ik neurie mee: van rombom, wat maal ik er om. En ik denk: ojee, dat mag niet voor onze boeren gelden! Onze boeren verdienen ons aller steun!

Wethouder Franssen reageert

Natuurlijk heb ik wethouder Franssen om een reactie gevraagd. Een gesprek was gezien haar drukke werkzaamheden op deze korte termijn niet mogelijk, maar ze gaf de volgende, korte, schriftelijke verklaring: ‘Dit is een ontzettend ingewikkeld en complex dossier. De belangen zijn groot en daar is iedereen zich bewust van. Er is en wordt niet over één nacht ijs gegaan getuige de lange looptijd van dit dossier. Door de jaren heen zijn er veel, heel veel, gesprekken door en met álle betrokkenen gevoerd. Daarbij is meermaals meegedacht over oplossingen en zijn diverse opties aangedragen. Op basis van de ingediende zienswijzen zijn nog wijzingen doorgevoerd in het nu voorliggende bestemmingsplan. De uitkomst zal met nóg meer gesprekken naar mijn verwachting niet anders worden gezien alles is verkend en bekeken. Op sommige punten botsen de belangen en komen betrokkenen niet tot elkaar. De gemene deler voor alle betrokkenen is dat er nu, na zoveel jaren en gesprekken, duidelijkheid komt. Overigens betekent het aangepaste bestemmingsplan niet dat daarmee de gesprekken zijn beëindigd. Na het vaststellen worden de gesprekken tussen verschillende betrokken partijen voortgezet, maar op basis van het nieuwe bestemmingsplan.’