Goirle heeft een nieuwe gemeentesecretaris, Mark van Beers (Coevorden, 1968)

Het is een nieuwe formule, maar waarom zouden we de dingen altijd hetzelfde doen? Twee medewerkers van Goirles Belang maken een afspraak met de nieuwe gemeentesecretaris om kennis te maken. En ieder zingt zijn eigen lied. Wat mij betreft, terugkijkend: een aangename kennismaking. Als ik ambtenaar was zou ik best blij zijn met de nieuwe baas. Hij is goedlachs, komt vriendelijk over, legt gemakkelijk contact, je voelt je bij hem meteen op je gemak. Geen rotzak, is mijn gut feeling. Ondanks zijn 56 jaren en zijn zilvergrijze haren ziet hij er minstens 10 jaar jonger uit. Als beauty spot heeft hij donkere wenkbrauwen, ze vormen een mooi contrast in zijn levendig gelaat. Hij is een snelle prater maar heeft ook af en toe een stotter. In zijn biografie zit geen Engelse kostschool, maar die stammer zou in Engeland bijzonder chic gevonden worden.

Hij vindt ook dat wij ons moeten voorstellen en dat doen we ook. Norbert vergeet gewoon te vertellen dat hij de gemeenteraad bijhoudt en daarover schrijft. Ik geef als nadere informatie dat als zo’n gemeenteraad saai dreigt te worden zijn gedachten afdwalen naar 19e eeuwse poëzie of naar Latijnse adagia en die schrijft hij dan op tot woede van sommige lezers.

Maar laat ik nu eens aan rolwisseling doen en hier de dichter K. Sidchidanandan (India, 1946) citeren die over de stammer een gedicht heeft geschreven: a stammer is the silence that falls between the word and its meaning. Zo begint zijn gedicht. Hij eindigt zo: God too must have stammered when he created Man. // That is why all the words of man // carry different meanings. // That is why everything he utters // from his prayers to his commands // stammers // like poetry. Ik laat dit onvertaald, want het is eenvoudig Engels dat iedereen wel kan begrijpen en anders vraag je het maar aan je kleinkind die bijna alleen nog maar Engels hoort, ziet, spreekt.

Lieve lezer, ik breng hier niet zo maar plompverloren God ter sprake, want in de biografie van Mark zit het interessante feit dat zijn vader een rooms-katholieke priester was, kapelaan in een parochie, en op een goed moment zijn toog aan de wilgen hing, uittrad en trouwde. In het revolutiejaar 1968 kreeg hij Mark. Zijn vader – niet meer in leven – deed ook daarna allerlei goede dingen in de sociale en kerkelijke sfeer, hij keek allerminst om in wrok en zadelde niemand op met een transgenerationeel trauma. Ja, als ik Mark zo zie en hoor lijkt hij me het product van een blije, toch nog roomse jeugd. Een laatste opmerking voor ik naar belangrijke zaken ga: hij heeft een prachtig overhemd aan, wit met blauwe knopen, eerst drie dicht bij elkaar, dan vier op regelmatige afstanden. Jermyn Street, vraag ik me af? Handmade, gemaakt in de beroemde kleermakerstraat in Londen?

Ik vraag het niet. Wel vraag ik of zijn destijds afgebroken, c.q. mislukt promotie-onderzoek aan de universiteit van Maastricht naar faalfactoren in bedrijfs- en overheidsorganisaties hem nu te stade komt. We weten immers van burgemeester Mark van Stappershoef dat de gemeentelijke organisatie, waarvan Mark van Beers nu directeur, is te kampen heeft met veel verloop, hoog ziekteverzuim, te weinig personeel. Hoe gaat hij dat aanpakken? Ja, dat is inderdaad de uitdaging. Maar het ligt aan de gemeenteraad of zij geld beschikbaar wil stellen. Wel of niet, er moeten keuzes gemaakt worden. Verder bestaat zijn functie in het laveren tussen de mogelijkheden van de organisatie en de wensen van het college van B&W wiens adviseur hij is.

Een ander ding uit zijn curriculum: als directielid van GGD-West-Brabant was Mark van Beers betrokken bij een onderzoek naar de relatie tussen cultuur en gezondheid, met “eenzaamheid” als focus. Hoe haal je mensen over de streep? Ik zeg hem dat dit precies het kernpunt is waar Wil van der Kruijs, voorzitter van Senioren Goirle, mee bezig is. Ook zijn inzet is om mensen weg te halen uit de verpietering, thuis zitten met je ziel onder de arm, tot bewegen te verleiden, tot meedoen met allerlei activiteiten met als concreet project de Marmot als een home waar alle senioren in Goirle elkaar kunnen ontmoeten. Me dunkt dat de Marmot Mark zeker zal uitnodigen om over zijn functie als gemeentesecretaris te komen vertellen. Zo zal de overigens nogal onzichtbare functionaris toch een gezicht kunnen krijgen. Ik wens hem veel succes.

Ben Loonen

Mark werd geboren in 1968, in Coevorden. In dat jaar kreeg de ganzenstad een nieuw gemeentewapen, maar de oude wapenspreuk bleef gehouden: Multis Periculis Supersum, ik doorsta vele gevaren, vrij vertaald: ik ben voor geen kleintje vervaard. Nog vrijer: I can stand my little man (naar verluidt sprak een Nederlandse politicus ooit deze woorden in een ontmoeting met een buitenlandse dignitaris om aan te geven dat hij zijn mannetje wel stond). Een goede wapenspreuk dus voor onze nieuwe gemeentesecretaris. Er liggen in Goirle namelijk wel wat ‘uitdagingen’.

Mark groeide op in Lichtenvoorde, een zelfstandige heerlijkheid in de Achterhoek. En het zal onze Rielenaren deugd doen om te vernemen, dat zich in het centrum van Lichtenvoorde een zwerfkei van ruim 20.000 kg bevindt. Deze kei werd op 15 maart 1874 door 99 Lichtenvoordse schoenmakers vanuit het Vragenderveld naar de markt gesleept. Aan deze gebeurtenis dankt Lichtenvoorde de bijnaam "Keistad" en danken de inwoners hun bijnaam "Keienslöppers" (keislepers). Wie de schoen past, trekke hem aan. (99 schoenmakers? Kom op, zeg!)

Mark woont inmiddels al meer dan 25 jaar in Teteringen, en daar blijft hij wonen. Ja, waarom niet? Dat is toch geen ongewoon verlangen? Ik moet denken aan de dichter Adamus Christianus Schonck (1731-1775) die destijds rector in Breda was. Hij schreef onder meer ‘Herders- en Visscherszangen, Brieven, Klink- en Mengeldichten’ (Arnhem 1753). (ik ben vooral benieuwd naar die visscherszangen) We lezen in het Biographisch Woordenboek der Noord- en Zuidnederlansche Letterkunde: ‘op zijn destijds nog ongewoon verlangen werd hij te Teteringen bij Breda begraven, waar voorheen een grafzerk met opschrift zijne rustplaats aanwees’. Op die grafzerk lezen we

A.C. SCHONCK

vir. integerrimus.

Hic. sepultus. est.

Quia. sic. voluit.

Ik vertaal: A.C. Schonck, een hoogst rechtschapen man, hier ligt hij begraven, omdat hij het zo wilde.

Ik vraag me dan af: waarom is het zo gek om in Teteringen begraven te willen worden? Waar je goed kunt leven (dixit Mark), daar kun je toch ook goed dood zijn?

En wat die gedichten betreft, ach, ik wil u het commentaar van Witsen Geysbeek niet onthouden:

‘Wat de waarde van den bovengenoemden dichtbundel betreft, wij hebben geen enkel stukje in denzelven gevonden dat eene nieuwe gedachte behelst of zich boven het middelmatige verheft; doch als men bedenkt dat de jongeling ‘altoos, de digtkunst in het midden van Geten en Sarmaten, of ten minsten op plaatsen, daar dezelve geheel en al verschoven en ongeacht was, tot zyn ongeluk - zoals hij zegt- heeft moeten oefenen, en nooit van iemant de minste aanleidinge of onderrigtinge heeft kunnen bekomen,’ dan leest men dezelven met toegevendheid; te meer, daar hij derzelver geringe waarde welligt naderhand zelf ingezien en verder niets uitgegeven heeft.’

Voorber. bl. XII.

Sodeknetter, ik ben al over de helft van de mij toegemeten ruimte en ik heb nog niks zinnigs over Mark van Beers verteld.

Mark van Beers is - zo stelde ik vast - een man met een open geest, en met gevoel voor humor bovendien. Nou, dat zit wel snor dus. Ik vermoed, dat hij, net als Schonck, in de hoogste mate integer zal blijken te zijn.

Kort overzicht van ‘s mans loopbaan: studies bestuurskunde en bedrijfskunde in Nijmegen, promotieonderzoek in Maastricht over de faalfactoren – ‘dat komt je in je huidige functie waarschijnlijk goed van pas’ grapt Ben Loonen - in het bedrijfsleven (niet voltooid), 8 jaar organisatieadvieswerk (vooral voor de lagere overheden), 8 jaar in dienst bij de gemeente Breda, 13 jaar GGD-West-Brabant. Een standvastig en plaatshoudend man dus. Niet iemand die voortdurend alvast met één oog naar de volgende carrièrestap loert.

Een modern man ook. Sportief (hij surft al jaren op de Goirlese surfplas!), redelijk muzikaal (‘ik hou van veel soorten muziek, speel zelf een beetje piano’). Gehuwd met Maureen. Vader van Sanne (net klaar met haar studie geneeskunde) en Lisa (heeft de studie bewegingswetenschappen gedaan en begint nu ook met geneeskunde).

Mark van Beers – ja, wat kun je nou helemaal van iemand zeggen die je net een uurtje hebt gesproken? – lijkt me een voortreffelijke keuze van de sollicitatiecommissie. Hij liet, zoals de krant kopte, 23 kandidaten achter zich. Zijn loopbaan toont aan dat hij in gemeenteland gepokt en gemazeld is. Dat valt niet te ontkennen. (Denial is nót a river in Egypt!) Eertijds (nog niet eens zo lang geleden) werd van een sollicitant voor functies als deze verlangd, dat hij of zij moest zijn ‘van eenen onbesproken levenswandel, wiens/wier gedragingen de onmiskenbare blijken opleveren van zijne/haare onwankelbare gehechtheid aan de beginselen van zedelijkheid en pligtsbetrachting, Godsdienst en deugd’. Ik heb tijdens ons gesprek op al deze punten scherp gelet, en ik meen te mogen zeggen: gewogen en geenszins te licht bevonden. Dat biedt vertrouwen.

ndv