O o o wat doen we met onze wegtrekkende broeders? De Tunesië-deal lijkt volgens Nieuwsuur te werken. De Tunesische dictator is afgekocht, hij zorgt er voor dat vluchtelingen de oversteek naar Lampedusa niet meer kunnen maken. We zien de erbarmelijke omstandigheden in de woestijn bij Sfax, we zien wanhopige mensen zeggen: we krijgen geen voedsel, er is geen water. De Italiaanse premier is iets dergelijks met Albanië aan het regelen. En in ons eigen land, onder het nieuwe kabinet, wordt de Spreidingswet niet uitgevoerd: alle ellende wordt geconcentreerd in Ter Apel. Het is overal hetzelfde. Die goede oude Marx had er een woord voor: Verelendung. Maar als het werkt? Zijn we dan blij en tevree? Kunnen we dan rustig slapen? Ik hoorde vluchtelingen in Tunesië zeggen dat ze dan maar terug gaan, en dat is natuurlijk precies de bedoeling. Maar ze waren niet voor hun plezier op reis gegaan, ze hadden de schepen achter zich verbrand. Het geld was bij de mensensmokkelaars terecht gekomen. Ze konden eigenlijk niet meer terug. Het zou heel fijn zijn als mensen zich niet meer melden bij Ter Apel, want ze kunnen nergens meer op rekenen; ja misschien nog op voedsel en water, of gaan we het meemaken dat zelfs dat hun onthouden wordt? Fratelli tutti, zegt paus Franciscus, het is het christelijk mensbeeld dat we volgens mij van de joden overgenomen hebben: wij zijn allemaal broeders. Is het een visioen? Een luchtspiegeling? Een droom? Een geloofsartikel? Een opdracht? Een beschrijving van onze menselijkheid? Een feitelijkheid? Nee, een feitelijkheid is het allerminst. Fratelli tutti is een tegenfeitelijk begrip. Thomas Hobbes had het juist gezien: homo homini lupus. Lupi tutti, we zijn wolven voor elkaar …

Ben Loonen