Soms kun je twee onnozele, onbeduidende feiten met elkaar verbinden, en dan worden die twee ineens saillant en veelzeggend. Zo werd er zowel in 2016, bij het werkbezoek van de heer Van de Donk, als vorige week, bij het ambtsbezoek van mevrouw Adema, bij het gemeentehuis een opvallende sportwagen gesignaleerd. In 2016 was ie zwart, vorige week was ie rood. De verbindende lijn tussen deze feiten wordt gevormd door de sturende handen van het hoofd van het Kabinet van de Commissaris van de Koning, de heer Smit. Een ambtenaar met een sportwagen… tja, de tijden veranderen. De grijze, stilletjes en – ik houd niet van die clichés over ambtenaren, maar toch - traagjes op de achtergrond opererende ambtenaar van vroeger is tegenwoordig vaak flamboyant, fleurig en kleurig. En wrooom!

Tekst: Norbert de Vries

Fotografie: Pix4Profs

Ter zake

Het bezoek van Ina Adema verliep in een hoog tempo. Gesprek met de fractievoorzitters (zie de foto: allemaal lachende gezichten). De politieke spanningen van vorig jaar zijn weggeëbd. De raadsleden kunnen weer door één deur. De onderlinge schermutselingen hebben lang geduurd (ondertoontje Ina: té lang), maar alles is weer koek en ei, en dikke mik. Inhoudelijk: er is gesproken over bestuurlijke weerbaarheid, over arbeidsmigranten en (tip van Ina) het openbaar vervoer. (Binnenkort wordt het ov in Brabant weer aanbesteed en de gemeenten doen er goed aan hun wensen dienaangaande kenbaar te maken).

Bezoek aan Sterk Huis: indrukwekkend! Alle lof voor de speciale aanpak die daar ontwikkeld is. Passie en gedrevenheid maken het verschil.

Bezoek aan Dorpscollectief Riel: wederom superlatieven. Wat een fantastisch collectief! De kracht van de samenleving! Die gedrevenheid! (is ie weer) En Ina refereert nog even aan het onderzoek waaruit blijkt welk een bovenste-beste gemeente Goirle is: zowel op provinciaal als landelijk niveau zijn inwoners van de gemeente Goirle het meest tevreden, blijkt uit het jaarlijkse buurtonderzoek van Nextdoor - het platform dat buren met elkaar verbindt - en de Vrije Universiteit Amsterdam.

‘Er samen voor elkaar zijn. De samenhang in Goirle en Riel spat er van af!’, zegt een enthousiaste Ina.

Goirle is bescheiden

Ik hoop maar dat iemand uit het bestuurlijk echelon aan Ina heeft verteld dat al die tientallen prijzen en eervolle, hoge posities op tal van lijsten die aan de gemeente Goirle in de afgelopen jaren werden toegekend, ons niet meer tot jubelen brengen. We zijn het zo langzamerhand wel gewoon geworden. We kijken er niet meer van op. We hebben ook geen poenige prijzenkast waarin we alle trofeeën etaleren. We zijn toch geen voetbalclub?! Nee, geen vitrine met alle pronkstukken (wie ernaar vraagt krijgt ze niet te zien).

Nog wel even een puntje van zorg

Goirle is gedreven en voortvarend, en is ambitieus. Dikke prima hoor, maar…de ambtelijke capaciteit is beperkt (dat is een algemeen probleem in gemeenteland), en het geld ook. Dus we moeten keuzes maken. Niet alles kan immers. De uitdaging is om met elkaar die keuzes te maken en dat op een goede manier te doen. Aldus de behartigenswaardige woorden onze CdK.

Persmoment

Jawel, aan het einde van haar bezoek was er een korte ontmoeting met de pers. Daar was een kwartiertje voor gepland, maar de lunch en het ( ongetwijfeld gezellige) gesprek met het college liep uit. En onze CdK werd die middag nog in Den Haag verwacht voor besprekingen met twee bewindslieden (onder meer over de aanpak van natuurbranden, ving ik op). Het werd dus op zijn van Veens:

Opzij, opzij, opzij

Want wij zijn haast te laat

Wij hebben maar een paar minuten tijd

We moeten rennen, springen, vliegen,

duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.

Ik kan nu niet blijven, ik kan nu niet langer blijven staan.

En daar ging onze CdK. Wroom!

Samenvattend

Goirle is a captivating city with a fascinating history and a vibrant present.

Geluk

Wat ik vernam (en wat me intrigeerde en interesseerde) is hetgeen tijdens de heidag van de raad met het college op de agenda stond: GELUK. Ze spraken niet over krekeltjes en korenbloemen blauw (zoals die drie kleine kleutertjes op dat hek) maar over geluk. Wat had ik daar graag een luisterend oor neergelegd! En omdat geluk en literatuur dicht bijeen liggen nu een gedicht:

Geluk

Het geluk is overkomelijk. Men plaatst het

in een vitrine en gaat aan het werk.

Wie ernaar vraagt krijgt het te zien,

onder weloverwogen commentaar.

Het is gebruikelijk om ’s avonds achterover

te zitten en het geluk, zoals dat beschaafd

verlicht tentoongesteld staat, te beschouwen.

Men stoot de deelgenoot erover aan.

Die knikt of zegt heel zachtjes: ‘Ja.’

In hoeverre het geluk ons bepaalt

is niet eens een vraag: totaal. Wij zijn niets

dan ons geluk, en het geluk is waar wij zijn.

Slechts tijdens het afnemen van de glasplaat

slaan we soms de ogen neer. De vochtige

doek hangt slap in onze handen. Zo mooi.

Mark Boog

Uit: De encyclopedie van de grote woorden,

Cossee, Amsterdam 2005