Afgelopen zondag was het Moederdag. Deze dag is niet bedacht om de verkoop van bloemen, chocola en andere dingen een boost te geven, al kan de vele reclame dat doen vermoeden. Nee, deze dag staat in het teken van de waardering van moeders. Dat gaat natuurlijk over biologisch moederschap, maar niet alleen: moederschap kan op vele manieren vorm krijgen. Het gaat over het geven van leven. Stilstaan bij moederschap (net als stilstaan bij vaderschap) betekent stilstaan bij het feit dat we ons leven niet zelf hebben gemaakt, maar hebben ontvangen van een ander en uiteindelijk van God.
Leven geven is meer dan alleen de verwekking of de geboorte, het is ook het helpen groeien, het opvoeden, het beschermen, het leren zelfstandig zijn. Want wanneer wij als baby’tjes ter wereld komen, zijn we nog tot niets in staat. Allemaal hebben we dus van iemand ontvangen. Op Moederdag mogen we in het bijzonder uitdrukking geven aan onze dankbaarheid daarvoor.
Het is iets wonderlijks dat we als mensen zorg mogen dragen voor anderen. We zijn alles behalve perfect en bovendien zijn we het grootste deel van ons leven ontvanger van de zorgzaamheid van anderen… en toch wordt het ons toevertrouwd om te zorgen dat een ander leeft en opgroeit. Dat is een fikse verantwoordelijkheid, maar ook een cadeau. En deze missie van leven geven die we heel breed moederschap noemen verwijst ook naar degene die uiteindelijk ons het leven geeft op elk moment, God zelf. In de bijbel meet Hij zich vaker ‘moederlijke’ eigenschappen aan, zoals ook ‘vaderlijke’ eigenschappen. In het moederschap mogen we iets van God nadoen op onze eigen schaal, met onze eigen capaciteiten. Over wie zijn we geroepen ons te ontfermen? Voor wie kunnen we zorg dragen? Dat zijn misschien eigen kinderen, maar ook anderen om ons heen: wellicht in de straat, in de familie of kennissenkring, of in verre gebieden die getroffen zijn door de rampen van de natuur of van geweld.
We hebben onszelf van een ander ontvangen en we mogen van onszelf voor een ander geven. Laten we dankbaar zijn voor hen van wie we het leven krijgen en voor hen aan wie we het mogen doorgeven.
Martijn Derks