“Kijk naar de ziel van Riel” is een initiatief van een groep Rielenaren die de ambitie heeft uitgesproken om Riel van het verleden tot heden in woord en beeld voor een breed publiek onder de aandacht te brengen. Hiertoe worden zowel het Goirles Belang als Facebook (Kijk naar de ziel van Riel) en de site www.zielvanriel.nl ingezet. Wekelijks wordt de rubriek “Groeten uit Riel” gepubliceerd. In deze rubriek worden 1 of 2 foto’s geplaatst met begeleidende tekst uit diverse tijdsvakken.
Foto 1
Het Riels Station is het domein van PJ. Officieel heet hij Petrus Josephus van der Vloert maar er is in Riel niemand die hem met deze naam roept of kent. De Rielse gemeenschap gaat pas dan begrijpend knikken wanneer met P.J. zegt. Natuurlijk, wie kent PJ niet, de man die het station van Riel zijn huis mag noemen, wiens aanstekelijke lacht op de grootste “zuurpruim” een ongeëvenaard effect bereikt en die in het bezit is van een vrolijk, kort en keurig bijgehouden sikje. PJ is geboren in 1885 in Turnhout en woont daar tot 1894, waarna vertrokken wordt naar Riel. De vader van PJ werkte van tevoren bij de Belgische Spoorwegmaatschappij. Pj werd loopjongen bij de Spoorwegen op de lijn Riel-Goirle. Dat betekende als dat de chef te kennen gaf, PJ regelmatig wel vier keer per dag naar Tilburg en Goirle kon tippelen om pakjes weg te brengen. Dat ritueel hadden we ook al bij de Rielse postbodes gezien. Het werd PJ te bar en hij zocht Turnhout weer op om er als knecht bij de paters Jezuïeten te gaan werken. De dienstplicht gooide echter roet in het Belgische eten, doch daarna – hij probeerde het eerst nog bij de kwekerijen- begon zijn N.S.-hart weer te kloppen en mede op aanraden van een vriend trok PJ het zwart-rood afgebiesde pak weer aan. Na veel omzwervingen werd hem Riel als standplaats opgegeven en met een salaris van zesennegentig cent per dag stapte PJ in het huwelijksbootje met met Anna van Mierlo in 1907, getrouwd in Alphen. Wederom begint het zwerversbestaan, onder andere Nieuwstadt in Limburg wordt aangedaan. In 1918 keert PJ met Anna weer terug in Riel. Vele adressen in het Rielse komen ook als woonadres voorbij, maar uiteindelijk wordt het station zijn domein.
Foto 2
PJ was één van de populairste uit het dorp. ‘ne meens uit één stuk”. Groot en klein, rijk en arm, iedereen kende hem zet zijn vele kwaliteiten en verdiensten. Het is dan ook dikwijls een hele drukte op en in het Rielse station waar PJ samen met zijn vrouw regeerde. Men waande zich in een sprookjes- of droomwereld bij PJ, die altijd en voor iedereen zijn deur (stationsrestauratie!) open heeft staan. Stel je voor, zonder een perronkaartje gekocht te hebben, stap je binnen in het keurig in de witte verf zittende stationnetje binnen. PJ en zijn vrouw wonen er heerlijk\. Rustig zonder buren, een grote tuin eigen baas, wat wil je nog meer. Natuurlijk andere mensen kennen de weelde van brede trottoirs, felle en grote neonlampen met keurig opgepoetste auto’s voor de deur. Als P.J. zijn huis verlaat, staat hij na enkele meters op koud en strak staal. ’s Avonds wordt zijn perron matig verlicht door door enkele lantaarns en zijn sleeën bestaan uit grote en logge goederenwagons’ ; de bomen die dienden te bloeien voor “de stoep” hebben de naam van seinpalen. Maar PJ wil helemaal niet anders. Als PJ zonder station zat, zat het station zonder PJ. Das logisch. P.J. blijft dus stationschef, want zo is het. Maar als je zijn hok ziet met de aanwezige voorraad kleine schroefjes, moeren, assen, vorken, sturen, trappers, kogeltjes, banden, spaken en wat dies meer zij zullen de indruk krijgen dat PJ een verwoed “doe het zelver” is. Maar voor de buurt is hij de fietsenmaker. Dat doet hij er zomaar bij. Je moet toch iets te doen hebben. Het werd wat professioneler getuige een advertentie “Voor een nieuw rijwiel of uw rijwielreparatie geen beter adres dan P.J. v.d. VLOET - v. MIERLO – Riel Wij leveren Batavus, Serva, Panter en Germaan rijwielen”