Een parel in Gods hand

“Wist je dát?”

“Wat?” (Zul je je afvragen als je dit leest?)

“Nou, dat je een parel in Gods hand bent!”

“Hoe bedoel je?”

Misschien moet ik u even meenemen in deze mijmering. De afgelopen weken na een overvloed aan regen, is de natuur ineens - na een paar kleine zonnestralen - in haar volle schoonheid ontploft: bloesems (sorry trouwens voor iedereen met hooikoorts), krokusjes, narcissen, tulpen. Gelukkig staat er in de winkels alvast een afbeelding van de bloem bij die onooglijke ui-vormige dingen. Je zou toch nooit geraden hebben wat er aan schoonheid in de lente zou verschijnen? Wonderlijk hè?

Is het niet heel bijzonder dat wij – u en ik – ook ooit begonnen zijn als die ene cel? Daar zat alles al in, alles wat het leven levend maakt. De kans dat u niet bestond was oneindig veel groter dan dat u wel bestaat. Maar u bestaat! Natuurlijk we hebben ook voldoende voedsel, vocht en goede omstandigheden nodig, maar de basis is er.

In deze tijd kunnen we er soms wat mechanisch naar kijken; we zijn een hoopje cellen of slechts materie. Als we sterven houdt alles op. Maar hoe langer ik er over nadenk hoe wonderlijker ik dit alles vind: mijn leven en het leven in het algemeen. Ooit heeft deze mijmering mij naar het bestaan van God geleid. Het kan toch immers niet zo zijn dat wij slechts eiwitten zijn die volstrekt random botsen en chemische verbindingen aangaan. Dan bestaan liefde, vriendschap, schoonheid, vreugde, rechtvaardigheid (en nog zoveel andere waardevolle en prachtige dingen) niet meer. Dit kan namelijk alleen als er een vrije wil (d.w.z. dat je een keuze hebt) is en dat kan niet als alles chemisch voorbestemd is. De wetenschap geeft inmiddels schoorvoetend toe dat niet alles goed te verklaren is en er eigenlijk meer vragen komen dan antwoorden. Het laat ruimte voor verwondering: Verwondering over het grote heelal tot aan de kleinste deeltjes, en het fenomeen dat “leven” heet. Gelovigen vinden hun antwoord in God die dit alles vanuit liefde schept en in stand houdt: van het prilste begin tot het laatste eind. God houdt van jou, oneindig veel, met oneindige waardigheid, “Dignitas infinita”! Iedereen is met die oneindige liefde gewenst: jong en oud, man en vrouw, gezond en ziek, arm en rijk, overal ter wereld! Laten we dan ook anderen met die waardigheid behandelen. Zó houdt God van ieder mens: U bent een parel in Gods hand!

Elvée