Voor zaterdag 20 april had ik in mijn agenda staan: wandeling naar en onthulling van de nieuwe grenspaal. Ik had me daar op voorhand erg op verheugd. De laarzen aan, en vanaf het Ooievaarsnest over bospaden en door drassige weiden naar de Egelbroeken aan de Ley. De elementen trotseren, als het moet. Tijdens deze wandeling luisteren naar alle wetenswaardigheden die initiatiefnemer Willem van der Kuijlen zou debiteren, want die man weet grenzeloos veel, onder meer van gemeentegrenzen. En daarginds, in die uiterste punt van de grens tussen Alphen en Goirle, staat al sinds 1773 een stenen grenspaal. Eenzaam en verlaten. Een stenen paal die door de tand des tijds stevig is aangevreten. De paal is zelfs nauwelijks nog als grenspaal te herkennen. Geen haan die daar overigens naar kraait, behalve gelukkig de altijd nijvere en wakkere heemkundigen van Goirle en Alphen. En zij namen een besluit: we plaatsen een nieuwe grenspaal en leggen zo getuigenis af van onze gemeenschappelijke historie. En de beide burgemeesters zullen een toespraak houden. Kortom, echt een middag om naar uit te kijken.

door: Norbert de Vries

Pastorale

Vanwege huiselijke omstandigheden kon ik niet om 14.00 uur meelopen. Ik besloot daarom met de auto rechtstreeks naar de bewuste grenspaal te rijden, want daar zou het rond 15.00 uur allemaal gebeuren. Ik tikte ‘Baarlese Baan, Alphen’ in op mijn navigatie en ging welgemoed op weg. Toepasselijk muziekje aan: van de heer Ludwig van Beethoven het begin van zijn zesde symfonie (de Pastorale), een allegro met de titel ‘Erwachen heiterer Empfindungen bei de Ankunft auf dem Lande’. ‘Rechtsaf. U heeft uw bestemming bereikt.’ En ik bevond: de Baarlese Baan is een zandbaan vol diepe tractorsporen en dito plassen bovendien. Parbleu, daar wordt een mens niet vrolijk van. Ik zag al voor me hoe ik me straks vast zou rijden in de modder, en bij een boerderij zou moeten aankloppen voor hulp. Geen risico nemen, dus, hup, de laarzen aan, en lopen. Ergens langs deze baan zou er een afslag moeten komen ‘waar de Oude Gracht - een karrespoor – de Egelbroeken in loopt’, zoals in de uitnodiging stond beschreven. Ik liep, liep, en liep, maar zag geen oude gracht. Wel een motorcrossbaan. Op een groot bord las ik dat op die baan flippers verboden zijn. Wat zijn dat voor dingen, vroeg ik me af. Ondertussen bleef ik maar verder lopen. Het werd me al zwaar te moede. Die reportage dreigde volledig in het slob te geraken (ik speel hier met woorden; slob is modder, maar de uitdrukking luidt: in het slop geraken. Waarbij slop staat voor armoedige steeg.)

Ik keek peinzend rond. Platteland zo ver het oog reikt. Heel in de verte reed een trekker over de akkers rond. Ver daarachter: een bosrand. Geen mens te zien in de wijde omtrek. Ja, dat is het platteland. Ruimte, stilte, contouren, eenzaamheid. Hoe zei Nietzsche het ook al weer? Aus dem Lande der Menschenfresser. In der Einsamkeit frisst sich der Einsame selbst auf, in der Vielsamkeit fressen ihn die vielen. Kies maar. Ik liep mezelf intussen inderdaad op te vreten: waarom vind ik die afslag niet? Hoe kom ik ooit te bestemder plekke? Nergens een levende ziel te zien. Zelfs geen dode steen. Ik weende bitter en keerde ontgoocheld terug naar mijn auto.

Later vernam ik van Willem, dat ik echt dicht in de buurt moet zijn geweest. Wel gaf hij toe, dat ‘de eigenlijke paal vanaf de Baarlese Baan nauwelijks te zien is (maar staat heel dicht bij de witte rijksgrenspaal)’. Enfin, een schrale troost dan toch: ik was in de buurt, al wist ik het zelf niet….

Gelukkig kon ik toch nog wat info verzamelen

Eerst maar eens in de geschiedenis gedoken. Die oude grenssteen heeft een kwart millennium dienst gedaan. In 1773 werden de gemeentegrenzen van de heerlijkheid Tilburg en Goirle enerzijds en de gemeente Alphen anderzijds uitvoerig beschreven in een Verbael. Dat gebeurt zeer gedetailleerd, tot en met de allerkleinste slootjes. Hier en daar wordt een grenspaal geplaatst en dan lees je zinnen als: ‘hier zal met gemeene toestemming en kosten worden ge stelt eenen steenen paal en alsoo onder, houden worden, van deesen paal loopt de scheyding’ enz. Voor gezamenlijk kosten en gedeeld onderhoud.

Toespraakjes

De burgemeester van Alphen-Chaam heet Lieke Schuitmaker. Zij koos voor een filosofische benadering. Zij stelde: ‘Een grens is eigenlijk toch maar een raar ding. (..) Een construct van menselijke heb- en behoudzucht. Een afbakening van mijn en dijn. Sinds we als ontwikkelende mens ophielden jager-verzamelaar te zijn en ons settelden, werd bezit in plaats van een mee te zeulen last een beschermwaardige lust. Het bracht niet per se het beste in de mens naar boven. (..) Het is goed dat we ons rekenschap geven van wat achter ons ligt. Dat we weet hebben van en gevoel hebben bij waar we vandaan komen. Het ware nóg beter als we er écht van leerden voor de toekomst.

Alleen al daarom is het goed dat we deze oude, verweerde paal na 2,5 eeuw trouwe dienst vervangen. En ook om ons de woorden van Jules de Corte te herinneren:

Ik zou wel eens willen weten,

Waarom zijn de wolken zo snel

Misschien dat ’t een les aan de mens is

Die hem leert hoe fictief een grens is

Of misschien is het ook maar eenvoudig een engelenspel

Daarom zijn de wolken zo snel’

De burgemeester van Goirle kent u wel: Mark van Stappershoef.

Hij koos voor een historische benadering. Hij vertelde onder meer hoe in de afgelopen 250 jaar veel is veranderd met betrekking tot de gemeentegrens. ‘Eigenlijk is alleen het stuk dat wij zojuist gewandeld hebben vanaf de zuidpunt van de Papenmoeren exact gelijk gebleven aan de situatie in 1773.’ En wijzend op de nieuwe grenspaal: ‘Dit soort grenspalen markeren al sinds mensenheugenis de geografische scheiding tussen gemeenten. Ze vormen de getuigenis van onze gemeenschappelijke geschiedenis. Die historische grens moet dus op passende wijze gemarkeerd en gewaardeerd blijven.

In de voorbereiding op dit moment las ik dat al in 1589 is besloten dat de bestuurders van de toenmalige heerlijkheid Tilburg en Goirle“ten minsten alle tien jaaren eens hen te vervoeghen op de plaetsen aldaar die paelen van de gemeijnte sijn scheijdende”.

Oftewel: dat ze elke tien jaar zich ter plekke op de hoogte moesten stellen van het grensverloop. Dit besluit namen ze voor alle ‘zittende’ bestuurders, maar ook voor (ik citeer opnieuw) “alle naemaals comende”. Dus formeel geldt deze afspraak vandaag de dag nog steeds voor ons, Lieke.’

Een heerlijke wandeling, fraaie speeches, een goed glas (en nog een, en desnoods nog een derde), een aangenaam gezelschap, ja daar was ik graag bij aanwezig geweest.