Met de snelheid van een pijl uit een handboog gaan jaartallen, anekdotes, resultaten en veel meer over Midden-Brabantse olympiërs over tafel. Meer dan bevlogen geven de auteurs/onderzoekers Thijs Kemmeren en Henk van Doremalen inzicht in de totstandkoming van hun lijvige boek ‘Olympische verhalen en meer’.

Thijs en Henk komen elkaar vaak tegen in de studiezaal van het Regionaal Archief Tilburg. Beiden zijn meer dan begaan met regionale historie. Sport blijkt daarbij een uitstekend bindmiddel. Thijs heeft een proefschrift over sport geschreven en promoveert binnenkort, historicus Henk staat bekend als auteur van veel regionaal verleden.

Henk: “Het idee, een boek over ‘lokale’ olympiërs, was snel geboren.” “In 2012 borrelde het al in me op”, zegt Thijs. “Afgelopen september namen we de draad op”, vervolgt Henk, “maar de uitwerking bleek nog niet zo eenvoudig. Het achterhalen van namen ging vlot maar het verwerven van telefoonnummers en adressen was met de huidige privacyregelgeving een bottleneck.” Thijs ventileert de eerste olympiërs uit Midden-Brabant al, de handboogschutters van Nooit Verleerd in 1900, maar Henk wil nog wat kwijt over de criteria, die zijn gehanteerd om tot zo’n negentien sporten en zeventig sporters te komen. “Vanzelfsprekend de deelname aan de Olympische Spelen, ook de geboorteplaats is doorslaggevend in de afweging wel of niet opnemen in het boek.”

Thijs en Henk hanteerden als leidraad de registratie van NOC*NSF en het IOC (internationaal) en dat leverde een groot aantal namen op maar het dekte de lading niet. “Slechts een deel bleef hier in de regio, tijdens hun sportcarrière wonen, anderen stroomden in”, zegt Thijs, “allemaal met het olympisch predikaat OLY of paralympisch PLY.” Ook die laatste categorie sporters ontbreekt niet in het boek.

Ireen Wüst is een voorbeeld waarop de criteria van toepassing waren. Geboren in Goirle, gesport in Tilburg, Eindhoven en Heerenveen en ook daar woonachtig. Als een van de beste olympiërs allertijden is ze met recht de blikvanger op de cover van het boek ‘Olympische verhalen en meer’. Al snel gaan ook andere de namen over tafel: Rob Eras (Eventing/paardensport), Jan Pijnenburg (wielrennen), Klaas van den Broek (IJshockey), Gerrit Horsten, Jan van Roessel en Jackie Groenen (voetbal), Astrid van Koert (roeien), Frank Leistra, Bart Taminiau en Margot van Geffen (hockey) en Carry Floris (handboogschieten). Over alle zeventig sporters belichten Thijs en Henk in het boek resultaten maar ook hun ervaringen op de Olympische Spelen, van Parijs en München tot Moskou en Beijing. “Vaak hele bijzondere”, weet Henk, “denk aan de aanslag in Duitsland en de ‘corona-spelen’ in Japan.” Ook waren er tal van bijzondere ontmoetingen met andere sporters (Usain Bolt wordt genoemd) en Koninklijke hoogheden.

Een aspect in de verhalen van de olympiërs heeft op de schrijvers een bijzondere indruk gemaakt: de ouders. Thijs: “Ongelooflijk de rol die zij vervullen in het leven van de, vaak jonge, sporters. Begeleiden, halen, brengen. Vaak in de vroege ochtend, de late avond en weekeinden. Ze stonden altijd klaar en zorgden voor een basis waarop topprestaties tot wasdom konden komen.”

Behalve de diversiteit in sporten was er ook de diversiteit van interviewen voor de heren. Van een persoonlijk gesprek tot via telefoon en WhatsApp. Alle verhalen zijn gelardeerd met mooi beeldmateriaal. ‘Olympische verhalen en meer’ is vanaf 6 juli te koop in diverse boekhandels in Tilburg, Goirle en omgeving. Prijs €19,95. Uitgever Jan Stads/Pix4Profs.