Zaterdag 16 juni, in de Wildacker. Het benefiettoernooi ‘Schaken tegen kanker’. Tevens het eresaluut aan de betreurde Pieter Couwenberg. Volle bak. Sprankelende openingswoorden van wethouder Koos Krook. En daarna daalde er een diepe rust in, want denken doe je in absolute stilte. Aan het einde van de dag werd de opbrengst bekend gemaakt: 2756,65 euro voor het KWF en de Daniël den Hoedkliniek. Een fantastisch resultaat, en een heel aangename schaakdag bovendien.

door: Norbert de Vries

Schaakborden

U kent misschien wel de dertiende-eeuwse roman over de ridder Walewijn? Het verhaal begint waar de ridders van de Tafelronde samen van een eenvoudige doch voedzame maaltijd zitten te genieten. Hé, wat is dat? Er vliegt door het open raam een schaakbord de ridderzaal binnen. De ridders durven geen partij te spelen tegen dit wonderbaarlijke schaakbord dat vervolgens weer wegvliegt. Koning Arthur is teleurgesteld. Hij wil het bord hebben (een onhebbelijkheid van veel koningen: ze willen altijd van alles hebben). Wie gaat het halen? Walewijn steekt zijn hand op. Lang verhaal kort: hij slaagt er uiteindelijk in zijn missie te volbrengen en draagt het bord de zaal binnen. En zie: tot ieders verbazing verlicht het bord de hele zaal. De duistere wereld van Arthur baadt in glans en gloed!

Naast het vliegende schaakbord zijn er nog andere schaakborden. Wethouder Krook bracht een nieuwe variant: het indifferente schaakbord. Hij hield een filosofisch betoog over wit en zwart. Bijvoorbeeld over de vraag of een zebra zwart is met witte strepen, of wit met zwarte strepen. De wetenschap heeft het na langdurige studies vastgesteld: de zebra is zwart met witte strepen. Dan rijst de vraag: waarom die witte strepen? Wederom diepgaande studies met tal van hypothesen die verworpen werden, maar de laatste stand van de wetenschap geeft aan: als de zebra het op een lopen zet, bewegen de strepen en dat leidt tot een optische illusie die de roofdieren in verwarring brengt.

In de schaaksport gaat het allemaal via witte en zwarte velden, en dat brengt, inderdaad, menig roofzuchtig schaker in verwarring. Dan kun je zomaar een loper over het hoofd zien, bijvoorbeeld. Maar – en hier wordt het betoog diep, zeer diep – het bord zelf maalt er niet om. Dat is lekker zwart-wit, of andersom, maar het bord zelf is compleet onverschillig. Boeie! Komen er nog tal van presocratische filosofen langs, maar de schakers zitten in de startblokken. Ze trappelen van ongeduld; ze willen schaken in plaats van Thales van Milete en Heraclitus.

Nog een derde schaakbord: het gesigneerde bord. Een bord met op elk vlakje een handtekening, en niet de handtekening van u of mij, maar van de grootste schaakkampioenen ter wereld. Sodeknetter, daarvan wordt de echte schaker heel hebberig van. (Ridder Walewijn, ga mij ook zo’n schaakbord halen!) Zo’n bord werd geveild, en bracht de lieve som van 987,65 euro op. De hoogste bieder bleek een man met een hoogst edelmoedig hart: hij betaalde, maar wilde het bord niet in ontvangst nemen. Dat ging nu naar de zoon van Pieter: Niels Couwenberg (Niels won op 16 juni al zijn partijen).

Rumoer

Uw verslaggever arriveerde net te laat. De openingswoorden van Koos Krook heb ik niet gehoord (mijn interpretatie van hierboven is daarom tamelijk vrij). Enfin, de schakers zitten klaar en de harten kloppen. Het is zeer rumoerig in De Wildacker. De wedstrijdleider roept in opperste wanhoop: ‘U kunt nu beginnen als u wilt. Hopelijk wordt het hier dan wat stiller.’ Wonderlijk, maar waar: op slag is het rustig. Alsof er een schaakbord de zaal binnen is gevlogen.

Ik sta terzijde van de stille strijd en zie toe bij twee heren die beiden een sterk centrum opbouwen, edoch dan gaat het mis. Het draait om het veld d5 waarop twee batterijen, wit en zwart, gericht staan, maar de zwartspeler heeft zich deerlijk vergist: wit kan zwarts loper op d5 zomaar slaan. Zwart is vertwijfeld en geheel in de war. Hij doet vervolgens een verkeerde zet, en wordt prompt mat gezet. Wat een drama! Ik verwijder me stilletjes, want zoiets doet zelfs de neutrale toeschouwer pijn.

Nou, schaken dan maar!

Citaat van Nederlandse grootmeester Jan Hein Donner (1927-1988): alles is met schaken te vergelijken; schaken is met niets te vergelijken. De voetbalcoach Ernst Happel (1925-1992) is bekend van onder meer zijn beroemde uitspraak: kein geloel, foesbal spielen! En in De Wildacker fluisterde ik: nou, dames en heren, schaken dan maar! Het is toch onvergelijkbaar wat jullie doen.

Onvergelijkbare schakers, onverschillige borden, en de uren vlogen om.

Aan het eind van het lied werden de winnaars van elke groep gehuldigd. De hoogste (= sterkste) groep werd gewonnen door Mark Haast. Hulde en hoera! De lagere groepen kenden de volgende winnaars: Niels Couwenberg, Erik Dignum, Maarten Werkhoven, Victor Boekestein, en degene met de allersierlijkste naam: Geshya Jocelyn Gonzales Romo.

Persoonlijke noot: ik vond de klassering van Wim Krijbolder een beetje tegenvallen; de taart liep hij nu mis)

Helemaal top!

Om af te ronden: een prachtige schaakdag, een schitterende opbrengst, dank aan de lokale sponsoren.