Ieder jaar op 4 mei zijn wij om 20.00 uur twee minuten stil. Wij herdenken dan alle Nederlanders die, vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog tot heden, zijn omgekomen door oorlogsgeweld. Dus niet alleen de personen die omkwamen tijdens de oorlog, maar ook de personen die daarna omkwamen bij oorlogen en vredesmissies. Tijdens de twee minuten stilte denkt ieder aan de mensen, die hij of zij wil gedenken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn 55 Goirlenaren omgekomen. Zeventien van hen waren jonger dan 18 jaar. Hen willen wij dit jaar speciaal gedenken.

Kinderen Dasché

De eerste omgekomen kinderen uit Goirle zijn de drie kinderen van Erich en Edith Dasché. Deze joodse familie wordt begin oktober 1942 vanuit de toenmalige Akkerstraat (nu Emmastraat) gedeporteerd naar vernietigingskampen in Duitsland. De drie kinderen Valerie (11 jaar), Elisabeth (9 jaar) en Tobias (1 jaar) worden, samen met hun moeder, op 5 oktober 1942 in Auschwitz vermoord. Hun vader overlijdt een jaar later in Schoppinitz.

Kinderen van Nuenen

Op 5 oktober 1944 beginnen vanaf Poppel en Hilvarenbeek de beschietingen op Goirle. Vele granaten vallen in de zuidrand van ons dorp. In het huis aan de Parallelweg 6 zit de familie van Nuenen net aan tafel als een voltreffer hun huis treft. Naast vader en moeder van Nuenen komen om: Wilhelmina (5 jaar), Cornelis (3 jaar) en Marina (bijna 4 maanden).

Van Laarhoven

Molen de Visscher aan de Groeneweg is één van de doelen van de geallieerden. Het vermoeden dat er een waarnemer in de molen zit, maakt dit tot een doel dat regelmatig wordt beschoten. Bovendien ligt de molen in het schootsveld van de kerktoren van St. Jan, die ook wordt beschoten. Tijdens de beschietingen zoeken vele inwoners in de molenberg een veilige schuilplaats. Moeder van Laarhoven, die met haar acht kinderen vlakbij de molen woont, stuurt haar kinderen naar de molenberg. Zelf is ze nog even bezig met de verzorging van haar jongste kind. Dochter Maria (6 jaar) blijft bij haar moeder. Snel volgt moeder van Laarhoven met de twee dochters de andere kinderen. Helaas wordt zij en Maria bij de ingang van de molen getroffen door een granaat. Beiden overlijden direct. De molenaar haalt het ongeschonden kind uit de armen van haar moeder en overhandigt haar aan de broertjes en zusjes, die veilig in de molenberg zitten.

Overige slachtoffers van de beschietingen

Op 5 oktober 1944 wordt Catherina Hendriks-van de Pol, samen met 2 zonen, getroffen door een granaat. Moeder en zoontje Wilhelmus (11 maanden) overlijden direct. Haar zoontje Petrus (7 jaar) overlijdt op 24 januari 1945 aan zijn verwondingen van de beschietingen. Josephina Eijsermans (15 jaar) overlijdt op 25 oktober 1944. Op 11 november 1944 overlijdt Cornelia van de Pol (10 jaar) aan haar zware verwondingen.

Ongeval met mijnen

Direct na de bevrijding ruimen de geallieerde troepen de landmijnen, die de Duitsers aan de zuidrand van Goirle hebben geplaatst. Enkele landmijnen liggen tussen ander militair materiaal op een plek nabij de Hoge Wal. Hier gaan enkele kinderen uit de buurt op 2 februari 1945 spelen en zo spelen ze ook met een landmijn. Een zware ontploffing maakt meteen een einde aan het leven van drie kinderen. Dit waren: Arthur Calsijn (7 jaar), Henricus Simons (4 jaar) en Antonius de Vet (13 jaar). Anna de Laat (7) sterft een dag later aan haar verwondingen. Haar broer Cees overleeft de ramp.

Kom op 4 mei naar de dodenherdenking bij de twee herdenkingszuilen bij het Kloosterplein en sta daar 2 minuten stil bij de Nederlandse slachtoffers van oorlogsgeweld na mei 1940. Denk daarbij ook even aan de zeventien Goirlese kinderen, die tussen mei 1940 en mei 1945 in Goirle omkwamen. En als u een eerbetoon wilt brengen dan kan dat. Neem een onverpakte bloem mee, die u na de officiële kranslegging bij de herdenkingszuilen kunt neerleggen.

JS