Het is woensdag 20 maart en het in Goirle is het boomfeestdag (u mag ook boomplantdag zeggen).
Wethouder Peter van Dijk heet alle aanwezigen, onder wie zo’n 45 kinderen van de bovenbouw van de Kleine Akkers, van harte welkom en hij zegt: ‘Ons motto dit jaar is: alle bomen hebben een doel.’
door: Norbert de Vries
Déviation (ofwel omleiding)
Mag u best overslaan, want het gaat over Tommy Wieringa
Op dinsdagavond 19 maart zit ik in de kapel van het CC Jan van Besouw alwaar de Grote Auteur (bigger than life) Tommy Wieringa zich voor de toegestroomde menigte zal doen ontbranden. Diepe, gedragen toon, sonore stem (ik vermoed een half octaaf lager dan zijn gewone huis-tuin-en-keuken-stem). Nederland is een oerlelijk land. Alles recht, rationeel, fantasieloos. En dan die huizen met die afschuwelijke rode bakstenen. ‘Ik houd enkel van gepleisterde huizen.’ En, naar omhoog wijzend, ‘deze bakstenen koepel is gewoon een lomp deksel op deze kapel. Stel je eens voor hoe mooi die koepel zou zijn als die gepleisterd was geweest, een hemelkoepel gelijk.’ (vermoedelijk zal Tommy later in een gepleisterd graf worden neergelaten) Gatsamme, wat een kwast, die Tommy. Die zijn publiek op de video zet. Die zijn betoog onderbreekt, omdat hem plots een geniale gedachte invalt die hij meteen in zijn notitieboekje moet vastleggen- ja, excuseer, maar ik ben momenteel bezig met een essay over ruimte. Ik denk: hij ziet de door Luc van Hoek geschilderde engelen en moet ineens denken aan de verhitte discussies die in 1298 aan de theologische faculteit van Parijs werden gevoerd over het wezen van de engelen, over de omvang van een gemiddelde engel en de daarbij te hanteren standaarddeviatie, in relatie tot de omvang van de punt van een speld. Heren, hoeveel engelen kunnen er plaats nemen op de punt van een naald? Tommy zal het goede antwoord zeker kennen (anders dan de arme decaan die meende dat het antwoord ‘drie‘ was, en door zijn onkunde op de brandstapel terechtkwam).
Enfin, Tommy (in godsnaam, welke volwassen vent heet er Tommy?) fulmineert tegen zijn saaie geboorteland waar alles een doel moet dienen: ‘geen enkel boom staat er zomaar!’
Terug naar de hoofdweg.
Italiaanse populier
Bomen met een doel dus. Langs de voetbalvelden op het sportpark staat een rij populieren. Doel: ze dienen als windscherm. (‘Om mijn oud woonhuis peppels staan’) In de loop der jaren zijn er enkele populieren gerooid (ziekte? ongeval?) en die lege plekken zouden nu, op de boomplantdag, worden opgevuld. Die populieren (Populus nigra Italica) zijn snelle groeiers, tot wel 30 meter hoog. Ze worden hoog en smal (de takken groeien verticaal langs de stam omhoog), en vangen veel wind zoals het spreekwoord wil. Wethouder Van Dijk: ‘Wat je op een sportpark niet wil, is veel blad, en laat die Italiaan door zijn zeer smalle vorm nou weinig blad nodig hebben om zijn functie van windscherm te vervullen?! En met één nachtje goeie vorst valt bijna alle blad ineens, zodat de overlast van vallende bladeren van korte duur is.’ Ideale boom voor langs het sportveld dus. En voor het overige ruischen en kussen ze lekker, zoals het onderstaande gedicht van Simon Vestdijk ons leert.
Populieren
Men noemt het ruischen, maar zijn ’t geen stemmen?
En waren ’t stemmen, is er dan geen mond
Om één keer te zwijgen in dit beklemmende
Aanzwellen, dat, aanvangverloren, geen einde vond?
De kussen die zij buigende elkaar toedragen
Strijken niet verder, gaan niet naar omlaag, en rustig-koel
Blijven de stammen zonder eenig bindend doel
Hun eeuwig kozende kronen schragen.
Voor- of najaar?
Er zijn bij de gemeente Goirle tal van goede ambtenaren werkzaam, en zelfs enkele zeer goede. Een van die zeer goede is degene die intussen al 23 jaar de boomfeestdag (mede) organiseert, en dus verantwoordelijk is veel heel wat groen en lover in onze gemeente. Hij heet Jeroen Klerks, en hij is ‘designer public space’. Een recent, bejubeld project van hem was het ontwerp van openbare ruimte in Riel: de Kaai. Hij vertelde me daarover, en ik kom daar in een apart artikel binnenkort op terug. Die kei is echt buitengewoon interessant.
Nu ik toch met hem stond te praten, besloot ik hem een intelligente vraag te stellen (stem een half octaaf naar beneden): ‘Wat is beter: planten in het voorjaar of in het najaar?’ En Jeroen antwoordde: ‘Het najaar, zonder meer.’ En hij vertelde me (primeur!) dat ook de landelijke Stichting Nationale Boomfeestdag inmiddels tot die overtuiging is gekomen. Men spreekt nu van ‘het plantseizoen 2024-2025’ en dat duidt al op een verschuiving van het voorjaar naar het najaar. Ook de gemeente Goirle zal in die beweging meegaan. ‘Dus wellicht dit kalenderjaar zelfs een tweede boomplantdag in Goirle, komend najaar?’, werp ik als balletje op. ‘Het zou kunnen, maar in de gemeentebegroting is daar geen rekening mee gehouden’, is het antwoord van Jeroen. ‘Maar vanaf 2025 planen we in ieder geval in het najaar.’
Het planten zelf
De gaten waren tevoren al met groot vakmanschap gespit, sorry gedolven door Gerard en Bart van Diamant, dus de kinderen van de Kleine Akkers hoefden geen zware arbeid te verrichten: boom in het gat plaatsen, de stam recht houden en het gat dichtgooien. Simple comme bonjour. Daarna: óp naar de liniaaltjes en de versnaperingen!
Ik ging ondertussen even kijken naar de plek (hemelsbreed 400 meter bij de plantplek van dit jaar vandaan) nabij de velden van de hockeyclub MHC Goirle waar twee jaar geleden struiken en boompjes waren geplant. Ja, nog wat pril allemaal, moet ik zeggen, maar het wordt mettertijd een prachtplek!