Onlangs – als u het precies wilt weten: op 26 januari – werd in Goirle een Literaire Estafette gehouden. Drie schrijfsters werden bevraagd door drie interviewers. Joost Minnaard ging in gesprek met Judith Visser, Delila Dönmez met Malou Holshuijsen, en Youri van Boxtel met Maddy Stolk. Joost Minnaard behoeft geen krans, noch nadere introductie. Delila studeert Nederlands en is parttime werkzaam bij boekhandel Blz. Boekhandel Buitelaar. Youri (geboren en getogen Goirlenaar) werkt bij de ‘redactie Nederlandse fictie’ van Ambo|Anthos uitgevers. (De boeken van Malou en Maddy zijn uitgegeven door die uitgever). Hé, die Youri deed het uitstekend. Een talentvol jongmens, dacht ik. En bovendien een Goirlenaar uit het roemrijke geslacht der Van Boxtels. Van hem wil ik meer weten, en ik zocht contact met hem.

door: Norbert de Vries

Van Boxtel

Het moet ergens eind jaren tachtig van de vorige eeuw (oei, we worden oud) geweest zijn. In wijkcentrum De Wildacker exposeerden de Van Boxtels. Wat een heerlijke staalkaart van creativiteit! Want die Van Boxtels kúnnen wat. Geestkracht en scheppingsdrang! En ook op politiek vlak staan ze hun mannetje, en vrouwtje desgewenst. Van Boxtel = (is gelijk aan) talent. Vandaar ook dat ik in het geheel niet verrast was over het voortreffelijke optreden van Youri. Goeie Golse Genen (zijnde een verwijzing naar de Goirlese genealogische vereniging).

Ik vraag Youri in welke tak van de rijke Van Boxtel-stamboom ik hem moet situeren. Hij heeft daarvan geen duidelijk beeld. ‘Mijn vader Hans, mijn oom Leon en mijn grootvader Jan zijn voetballers (geweest), sporters dus, maar ook schilder en timmerman, heel creatief. Ik weet niet waar deze sporters zich in die wijdvertakte stamboom ophouden.’

Het boekenvak

Je komt overal Goirlenaren tegen, ook in het boekenvak. Allereerst wijzen we op de roemruchte Mai Spijkers. Maar laten we Tijn Boon (‘redacteur, uitgever, tekstschrijver’) niet vergeten. Medeoprichter van de Rotterdamse uitgeverij De Meent, en momenteel naast zijn werkzaamheid voor De Meent redacteur non-fictie bij Lemniscaat. En nu dan, als derde Youri (maar misschien zijn er nog meer Goirlenaren in het boekenvak actief? Dat zij even roepen: ja, hallo, hiero!)

Youri dus

Hij is van 1999 en nu 24 jaar. Opgegroeid in de Hellen, aan het Baarsven, schoolgegaan op de Open Hof. Herinneringen? ‘Ik tekende graag en juffrouw Carla stimuleerde me daarin. Ook juffrouw Jacqueline heeft veel voor me betekend. Na de basisschool ging ik naar het Willem II. Waarom niet naar het Mill Hill? Dat vond ik ‘te dichtbij’ en bij het Willem II was er meer ruimte voor het ontwikkelen van je creativiteit. Ik was er druk doende met beeldende vorming. Maar geleidelijk verschoof mijn interesse in de richting van de taal. Dat kwam vooral door mijn docent Latijn, meneer Van de Pasch. Een zeer inspirerende leraar! Hij bracht zijn leerlingen het inzicht bij over de onderlinge samenhang der talen. Over de culturele rijkdom daarvan. Na de middelbare school ging ik studeren. Eerst een jaartje rechten in Tilburg, maar dat was een afknapper; ik kon in die saaie stof mijn creativiteit niet kwijt. Ik ging daarna in Nijmegen wonen en studeren, bachelor in Amerikanistiek en daarna master in letterkunde, ‘literair bedrijf’ meer bepaald. In deze master bestudeer je de instituties en partijen in het literaire bedrijf en houd je je bezig met de wereld rondom het boek. Ik heb een half jaar stage gelopen bij Ambo|Anthos en dat is wederzijds goed bevallen. Ik werk er intussen op de redactie als assistent. In september vorig jaar ben ik afgestudeerd.’

Een boeiend vak

‘Ik voel me in dit vak als een vis in het water. Het werk is zeer gevarieerd en boeiend. Om het in historisch perspectief te formuleren: van krijttekeningen als kind naar kanttekeningen als jongvolwassene. Ik heb intussen ook kennis mogen maken met het echte redactiewerk: van het begeleiden van een auteur tot het uiteindelijke resultaat: de publicatie van het boek. Dat traject doorliep ik met betrekking van het boek van Tanya Commandeur over ‘De reus van Amsterdam’. In het najaar komt een volgend door mij geredigeerd boek uit: ‘Amerika, Amerika’ van NOS-correspondente Marieke de Vries. Komt mijn studie Amerikanistiek nog uitstekend van pas.

Het vak omvat veel meer dan alleen begeleiden en redigeren. Wat ik even belangrijk en interessant vind, is het zoeken van doelgroepen. Welke boeken vraagt het lezerspubliek? Voor het antwoord op die vraag moet je langs diverse kanalen informatie vergaren. Je bezoekt bijvoorbeeld boekenbeurzen en praat met boekhandelaren. Zo heb ik trouwens Michel Buitelaar opnieuw ontmoet. (Ik kende hem immers al van vroeger toen ik mijn jeugdboeken bij hem kocht: diverse deeltjes uit reeks van Jeronimo Stilton bijvoorbeeld, of die van ‘De Grijze Jager’)

Je legt contacten met diverse organisaties om te achterhalen wat er daar leeft. Voorbeeld: dat boek ‘Soedah, laat maar’ van Maddy Stolk. Het thema van het doorgeven van oorlogstrauma’s aan de volgende generaties. Dat leeft heel sterk momenteel. De trends zijn trouwens vaak ook totaal onvoorspelbaar. Japanse kattenboeken bijvoorbeeld. Of de dorpsroman die welllicht een revival gaat maken. Een prachtig beroep is het. Ik voel me, met een speelse verwijzing naar de straat waarin ik opgroeide, als een baars in de Ley.