“Kijk naar de ziel van Riel” is een initiatief van een groep Rielenaren die de ambitie heeft uitgesproken om Riel van het verleden tot heden in woord en beeld voor een breed publiek onder de aandacht te brengen. Hiertoe worden zowel het Goirles Belang als Facebook (Kijk naar de ziel van Riel) en de site www.zielvanriel.nl ingezet. Wekelijks wordt de rubriek “Groeten uit Riel” gepubliceerd. In deze rubriek worden 1 of 2 foto’s geplaatst met begeleidende tekst uit diverse tijdsvakken.
Foto 1 Foto 171
Het Bels Lijntje kende vanaf 1866/1867 op het traject Tilburg-Turnhout de wachterswoningen 1 tot en met 28. Voor Riel waren dat nummer 8 tot en met 12, respectievelijk Station Riel, Zandeind, Spaansehoek, Brakel, Brakelse Akkers en de Ballagère. Alle wachterswoningen waren in 1866 en 1867 gebouwd. In de periode 1911, 1912 werd besloten om de gebouwen van diverse aanpassingen te voorzien. Op het enkelvoudige dak werd een dwarsstuk geplaatst. Er kwamen ook voordeuren met een klein portaal. Een anekdote is dat als gevolg van deze gebouwelijke aanpassing na een overlijden van een familielid de doodskist na het opbaren door het raam naar buiten gemanoeuvreerd diende te worden. Verticaal door de voordeur was natuurlijk geen optie. Er waren dus 28 wachtposten tussen Tilburg en Turnhout. Alles in het belang van de veiligheid natuurlijk, dat er zorgvuldig gewaakt werd als de trein aanstaande was. Door de jaren heen vervielen er steeds meer wachtposten, ook omdat er bij diverse posten nauwelijks verkeersbewegingen waren. Er zijn er nu nog vier in Baarle Nassau en twee in Alphen. Post 8 in Riel werd in 1976 afgebroken. Op de foto is op de achtergrond de kilometerpaal waar te nemen. Op de voorgrond Toon Lemans (1903-1961) met de bakkerskar van Janus Cleijsen. Toon Lemans was getrouwd met Anna Pelckmans. Janus Cleijsen was getrouwd met Wies Lemans, woonachtig op Zandeind nummer 6, het latere café dus van Wieske de Roy.
Foto 2 Foto 172
Wachtpost 8 bij het Zandeind in Riel werd opvolgend bewoond door de familie Cees van der Vloet-Wouters, A. Hendriks van der Vloet, Sooi Krijnen, Jan Pelkmans-van Loon en van 1935 tot 1975 door Cees Reijnders-Haneveer. Laatstgenoemden waren eerst nog verantwoordelijk voor nummer 9, de Spaansehoek. Deze was in 1935 nog open. Brakel was in 1914 al afgebroken. De familie Cees en Fien Reijnders-Haneveer dus 40 jaar lang prominent aanwezig op het Zandeind. Het zat sowieso bij de familie Haneveer in het bloed, het spoorwezen. Een belangrijke periode voor het gezin was de Tweede Wereldoorlog. Ook passend om te memoreren in deze tijd. Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen en was de WO II een feit. Dat waren geen fijne jaren voor Cees en Fien. Fien was heel bang en erg bezorgd voor haar kinderen. Dit had ook te maken met de trein. Een paar keer per dag reisde die langs het huis met daarin Duitse militairen. Zij hadden namelijk op het emplacement tegenover het station een kamp aangelegd en dat was natuurlijk niet fijn. Daarbij kwam ook nog dat er 2 mensen uit het verzet bij Cees en Fien in huis waren en vandaar uit hun werk deden. Het gezin Reijnders dat inmiddels uit zes kinderen bestond, na de geboorde van Wim in april 1941. De oorlog werd grimmiger en Fien werd steeds banger. Slapen in de goed beveiligde kelder van de wachtpost durfde Fien niet meer. Ze ging liever als het alarm was, in een onbeveiligde sloot zitten met haar zes kinderen. Het was voor Cees en Fien hard werken om het gezin in die tijd te kunnen onderhouden. Vlees en groenten waren er toereikend met een moestuin en 20 kippen, 40 konijnen, 2 geitjes en 1 varken. Geitenmelk was dus ook beschikbaar. In april 1944 nog eens gezinsuitbreiding middels Octavia, blij met een meisje. In het voorjaar van 1944 werden bombardementen uitgevoerd door de Geallieerden om het vliegveld van Gilze-Rijen weer in handen te krijgen. Op een ochtend kwamen er een aantal Duitsers zich melden dat de wissels van het spoor naar het emplacement toen onklaar werden gemaakt. Alles wat hing en in de kasten aanwezig, moest worden ontruimd en veilig weggelegd. Na de ontploffing van de wissels mocht het gezin weer terug in huis. Er stond geen enkele ruit meer in huis en daardoor was een ravage ontstaan. Raamvensters werden met planken dichtgespijkerd, wat na de oorlog pas weer hersteld werd.