Vant één komt tàànder. Ik weet niet of dit gezegde ooit carnavalsmotto is geweest, zo niet dan mag de carnavalsvereniging het van mij hebben, gratis en voor niets. Het werd bewaarheid op woensdag 10 januari 2024. In de ochtend was Goirles Belang verschenen met een groot artikel over de familie van Toon van Gestel (Goirle 1951) onder de kop “Na 34 jaar een nieuwe reünie in de Commanderie in Riel.” In de middag kwamen 10 mensen bijeen in de foyette van CC Jan van Besouw, 10 bezorgers van de Nieuwsbrief van Senioren Goirle die gefêteerd werden omdat ze al minstens 10 jaar bezorgden. Een van hen kwam op me af en stelde zich lachend voor als Toon van Gestel. Hij had het artikel in GB met interesse gelezen, maar wilde gezegd hebben dat er veel Van Gestels in Goirle wonen die niet direct gelieerd zijn aan de door mij beschreven familie. Deze “tweede” Toon (Goirle 1945) vertelde dat er op een gegeven moment op de Nieuwe Rielseweg maar liefst 51 neven en nichten woonden, gerekend vanaf café Backx tot aan de Commanderie. Deze Toon (d’n roje Tunnis) bleek vol verhalen te zitten en ik dacht, interessant voor onze lezers: opschrijven. Zo komt van het een het ander.

door Ben Loonen

Timmerman

Buurten in de foyette, Toon en zijn maat Piet van Gils, de een timmerman, de ander machinebankwerker. Lange tijd – 47 jaren – waren ze buren in de Emmastraat (het huis met de trapgevel) en ze hebben nog altijd contact. Piet luistert glimlachend toe, terwijl Toon verhalen uit de oude doos opdiept. Hij heeft als timmerman allerlei bazen gehad, als hij ergens vijf gulden méér kon verdienen, pakte hij zijn gereedschappenkist en was vertrokken. Onder aannemer Piet Schellekens maakte hij de kluis van de Rabobank, destijds aan de Tilburgseweg, een betonnen bak waarin geen leidingen mochten, alleen een haak aan het plafond voor een looplamp. De werklieden waren zich ervan bewust dat daar grote schatten zouden komen, en vonden het leuk om te fantaseren hoe ze de onneembare vesting toch zouden kunnen kraken. Als ze op een bepaalde plek het beton zouden “versterken” met een pak stro moest het te doen zijn. Ja, en dan was er die opdrachtgever die geen pannenbier gaf. Stom stom. Toen de open haard voor het eerst aanging sloeg de rook in de fonkelnieuwe living en moest er door het rookgat geschouwd worden. Schouwing leverde echter een mooie sterrenhemel op, en overdag een blauwe lucht. Raadsel. Totdat er ten slotte ontdekt werd dat een stuk vensterglas boven in de schoorsteen was gemetseld. Lachen. Toon heeft in de jaren 60 veel getimmerd in het Urnenveld toen dat villawijkje tot stand kwam. Bij Lies Sarolea heeft hij later nog veel gedaan. Sjra Cox heeft hem destijds wegwijs gemaakt in de huwelijksbureaucratie ten gemeentehuize, iets geritseld zelfs.

Koningsschild

Maar dat is allemaal voorbij. Ik zoek hem op in zijn huidige woning in Koningsschild, waar hij en zijn vrouw Dymph de Cort genieten van het prachtige uitzicht op de groene driehoek (“nee, geen Frankische”) van het Van Hogendorpplein. Hij vertelt over zijn vroegste herinnering aan het huis van zijn opa aan de Nieuwe Rielseweg 8, gebouwd in 1929. Daar stond de laatste lantaarnpaal (vanuit het dorp gezien), daarna was het tot in Riel aardedonker. Hij heeft nog gezien dat die gaslantaarn door een daartoe aangestelde functionaris werd ontstoken. Daar stond ook een put met een pomp, goed drinkwater. Jo de Wilde (de vader van Joop) kwam daar elke dag twee emmers water halen, twee emmertjes pompen. Hij zal ongetwijfeld op klompen gelopen hebben.

Stamboom

Toon heeft drie jaar gewerkt aan zijn stamboom die hij terug kan voeren op Bartholomeus van Gestel, gestorven in 1649. De naam is te herleiden tot de plaats van afkomst: Moergestel. Hoe de families van Toon (1951) en Toon (1945) verbonden zijn is uit te leggen: de vrouw van Jo van Gestel (moeder van Toon 1951) en de moeder van Dymph de Cort waren zussen. Om het een beetje in onze eigen tijd te houden: de ouders van mijn huidige zegsman Toon waren Harry van Gestel (1912 – 1999) en Anna van Wezel (1912 – 1962). Zelf hebben Toon en Dymph twee kinderen, zoon Bart die in Enkhuizen woont en een dochter Marieke in Geldrop. Bart spaart en bewaart “alles” wat met Goirle te maken heeft. Wekelijks gaan Toon en Dymph oppassen op hun twee kleinkinderen in Geldrop; op het kleinkind in Enkhuizen hoeft niet meer gepast te worden. Toon laat me een fotoalbum zien met de trouwfoto’s van zijn overgrootouders, grootouders en ouders: een kostbaar bezit.

Goirlese Toestanden

Van een andere orde is het curiosum Goirlese Toestanden – “verschijnt als het noodig is” – (1924 de eerste uitgave; 1986 de 34ste en vooralsnog de laatste). De 34ste uitgave werd in de bus gedaan op de vooravond van de gemeenteraadsverkiezing, het kwam uit de koker van Willem Couwenberg die voor GKAP lijstaanvoerder was. Toon van Gestel stond op de derde plaats maar werd niet gekozen. Hier wil ik de achtergrond weten van zijn bijnaam “roje Tunnis”: had dat iets te maken met zijn politieke kleur? Nee, al was hij wel bij de PvdA voordat ie naar Willem Couwenberg ging; nee, dat stamde uit zijn jonge schooldagen toen hij een kop rood haar had. Ach, natuurlijk, dan was je de rode. Als je later kaal wordt is van roodheid niets meer te zien. Hij laat me ook een ingebonden jaargang zien van Goirles Nieuwsblad (1983 – 1984) onlangs verworven. Hij zit er genietend in te lezen; als hij uitgelezen is gaat het naar Purmerend.

Tof

Toon claimt dat ie 10.000 mensen van oorspronkelijk Goirle kent. Als ik dat niet geloof houdt hij aan: het is echt zo. Vanuit het Sociaalfonds Bouwnijverheid kwam hij veel bij werkeloze bouwvakkers (jaren 80 was er grote werkeloosheid), hij heeft een enorme familie, in Koningsschild kan hij er links en rechts vier of vijf aanwijzen. Hij is blij met die grote kring aan familie en kennissen, hij zoekt een woord om het tot uitdrukking te brengen en vindt dan een woord dat de Schepper zelf al gebruikte toen hij aan het scheppen was: tof. Het is tof om familie en kennissen te hebben, ze maken het leven goed.

Hij gaat elke dag met zijn vrouw een uur wandelen (“we kijken niet op de buienradar maar naar de lucht”): een ritje naar het Leypark, de Warande, de Regte Hei, de Utrecht en dan lopen maar, op vaste paden in verband met de rollator van Dymph. Hij laat me kleurboeken zien van Anton Pieck met tekeningen die hij zelf met waterverf inkleurt. Hij leeft gezond, rookt en drinkt niet, zelfs geen koffie. Hij vindt het gewoon niet lekker. Er gaan wel twee thermoskannen thee per dag door hem heen. Op 6 januari kwam zijn familie bij elkaar, alle broers en zussen en wie maar mee wilde komen (34 in getal) voor een jaarlijks etentje, dit jaar in ‘t Draaiboompje in Moergestel … waar de familie vandaan komt. Het is een traditie die in gang is gezet door zijn grootouders. Tof…