De rode loper lag uit, geflankeerd door twee grote stallantaarns waarin een kaars brandde. Buiten was het bitter koud, maar binnen gonsde het van warme gezelligheid.

Ik schrijf nu wel ‘stallantaarns’, maar begin toch ernstig te twijfelen. Ik bezoek daarom tal van sites via dewelke je lantaarns kunt kopen. Is het niet eerder een tuinlantaarn? Néé, gevonden: ‘windlicht’ is het woord, niet te verwarren met weerlicht.

Enfin, twee windlichten met kaars. Naar ik vermoed is windlicht in oorsprong een Duitsch woord: einem eine Latern, eine Fackel, Windlicht vortragen (Het Koninglyk Neder-Hoog-Duitsch en Hoog-Neder-Duitsch dictionnaire van Matthias Kramer, 1719).

door: Norbert de Vries

Muziek

Ik hang mijn jas in de garderobe en betreed het strijdperk. Daar staat onze Mark met zijn eegade, hartelijke welkom, dank u, beste wensen. Lekker druk al. Aan de tafel met drankjes vraag ik om een kop warme koffie. Wordt juist gezet. Geroezemoes, en ook heerlijke muziek van het duo… ach, hoe heten ze ook al weer? Niet Simon en Garfunkel, maar Niels en Martijn. Akoestische gitaren en zang, het betere popmuziek als repertoire. Een aanrader!

Maar dan de nieuwjaarspeech van de burgemeester. Klonk evenzeer als een klokje. Odnozvuchno gremit kolokolchik, Eintönig klingt hell das Glöcklein, het beroemde Russische lied. Tekst van Ivan Makarov (1820-1852). Niet de beroemde portretschilder, maar de inmiddels vergeten voerman op de postkoets die in Siberië doodgevroren werd teruggevonden op het barre traject tussen Kungur en Suksun. In zijn jaszak stak een bundeltje met zijn verzen, want het was een dichterlijke voerman. (het verhaal heeft een nogal hoog drs P.-gehalte) Zijn gedicht over het klokje werd gepubliceerd in het Peterburgse tijdschrift Pantheon, en het was op slag een hit. De componist Alexander Gurilev (1803-1858) zette het gedicht op muziek, en het lied werd een klassieker die tot op de huidige dag uit de volle Russische borst wordt gezongen.

Die toespraak dan eindelijk

Goirle (Riel incluis) is een bovenste beste gemeente en dat is zeer onlangs weer eens aangetoond en bewezen door de Vrije Universiteit te Amsterdam. Regels uit ons Gools volkslied:

We hebben wel un Kalverstròtje

Net zó goed as Amsterdam

‘Beste mensen, laten we nou gewoon eens trots zijn’, sprak de burgemeester. Hij voegde er meteen aan toe, dat het niet vanzelf gaat, dat goede toeven in Goirle en Riel. Daar wordt door zeer velen hard aan gewerkt (volgt eindeloze opsomming).

Laat ik er één onderwerp uitpikken: de woningbouw.

Ik citeer: ‘Bouwprojecten worden steeds ingewikkelder door allerlei belangen, zoals natuur, klimaat, stikstof, energievraagstukken, gestegen grondprijzen en kosten van bouwmaterialen. En toch bouwen we indrukwekkend voor een gemeente van onze omvang. Op dit moment zelfs twaalf bouwprojecten. Met in totaal maar liefst 1344 woningen. Natuurlijk op uitbreidingslocaties als Van Besouw en Land van Anna. Dat nu al de loftrompet krijgt wegens natuurinclusief bouwen. En Bakertand waar we wegens natuurbelangen moeten wachten op een zaak bij de Raad van State. Maar ook Hertenwei en er tegenover, op de hoek Rillaersebaan/Venneweg.

Maar ook inbreiding, zoals locatie Ome Neeff, Emmaloods bij het Oranjeplein en de Hoek Kalverstraat, waar dit jaar de schop in de grond gaat. Het project Mariaboodschap is nog onder de rechter, maar er komen appartementen op de locatie Tra/Rabobank en er is een CPO-project in Riel. Er zijn plannen voor de grote lap grond achter de Burgemeester Rensstraat. En aan de Tilburgseweg voor de locaties Esso benzinestation én achter het Missiehuis. Tenslotte zijn er nog diverse kleinere projecten en bestuderen we mogelijkheden voor uitbreidingen in Riel.

In 2024 komt er ook resultaat van enkele locatieonderzoeken. De Raad zal dan besluiten moeten nemen. Over de centrumontwikkeling aan de Thomas van Diessenstraat, verplaatsing van onze sportparken naar het Riels Kwadrant, de locatie voor het Mill Hill, invulling van het Barbara Benz park en over geluidswerende voorzieningen aan de A58.

Met Leystromen maakten we afspraken over versnelling in 2024 van de bouw van extra huurwoningen en over verduurzaming van bestaande woningen. Ook gaan we aan de slag met flexwoningen. Kleine tijdelijke en verplaatsbare woningen. We hebben al een locatie op het oog.’

Welaan, dat zijn mooie, hoopvolle woorden voor allen die wanhopig op zoek zijn naar een woning.

Dialoogje met de jeugdburgemeester

Stan Bremer liep er, als kind tussen verder alleen maar volwassenen, een beetje verloren bij op deze avond, maar hoera, hij mocht toch even op het podium plaatsnemen naast de grote burgemeester. De boodschap van Stan was simpel en raak: door allemaal elke dag iets aardigs te doen voor een ander, wordt de wereld een beetje mooier.

Gemeentelijke ereteken voor Jo Hoogendoorn

Ik hoop dat het een traditie wordt: jaarlijks bij de nieuwjaarsbijeenkomst een verdienstelijke inwoner onderscheiden met het ‘ereteken van Goirle’, bestaande uit een gouden speld plus een oorkonde. De 79-jarige Jo, de troubadour van het Brabantse lied, werd door de burgemeester beschreven als een icoon, een ambassadeur van de gemeente Goirle. Zijn liedjesrepertoire en zijn optreden zijn van groot belang voor de Brabantse taal en Brabantse eigenheid. Dit wordt ook onderschreven door stichting Pacte des Cygnes, een stichting die zich onder andere inzet voor de erkenning en waardering van bijzondere Brabanders.

Jo zong samen met alle aanwezigen het Goirles volkslied, uit volle Goolse borst. ‘Want ik zie oe toch zo gèère, Brabants dörpke.’

Ik moest terugdenken aan een zaterdagnamiddag in het Maastrichtse stadhuis, toen aan het einde van de ‘installasie van ziene Hoege Hoeglöstigheid’ de verzamelde menigte het lied Mie Mestreech (geschreven door Benny Neijman) aanhief. Kippevel! Brok in de keel! Overweldigende emoties!

Iech zeen d’n hoezer en d’n straote

Boe iech höb gespäöld es keend

(ik zie de huizen en de straten waar ik heb gespeeld als kind)

En het refrein dat afsluit met ‘Altied zal ste blieve mie Mestreech’

Hou het dan maar eens droog.

Overigens heeft Maastricht een officiéél volkslied. Jao, diech höbs us aon ’t hart gelege Mestreech door alle iewe heer.

Een oud lied al (1910) en bij raadsbesluit in 2003 officieel benoemd tot Maastrichts volkslied.

Moet onze gemeenteraad ook niet eens zulk een besluit nemen ten aanzien van het lied (tekst Wim van Boxtel, VaBo, muziek T. van de Bosch) Brabants Dörpke?