Het was de allerlaatste oordeelsvormende vergadering, want volgend jaar keren we weer terug naar het commissiewerk in de aanloop naar de raadsvergaderingen.

Een agenda met 15 onderwerpen en een toegevoegde motie (agendapunt 16) over de aanpak van onveilige verkeerssituaties. Heel veel ‘gaap-gaap onderwerpen’ over wijzigingen van verordeningen en zo. Mijn gedachten dwaalden daarom lethargisch naar andere regionen. Bijvoorbeeld naar wat ik de afgelopen nacht had gedroomd: hoe ik een rol had in een toneelstuk en hoe ik meteen al aan het begin van de opvoering vastliep omdat ik mijn tekst slechts hoogst gebrekkig kende; het hele toneelstuk was trouwens een sof: nauwelijks publiek en de weinige toeschouwers bestookten de spelers met spelden. Die staken diep in mijn vlees. Toen ik wakker werd, wist ik dat droombeeld onmiddellijk te duiden: de afkeer van velen (onder wie ook ik) van de politieke spelletjes op landelijk, maar ook lokaal niveau. Enfin, ter zake nu.

door: Norbert de Vries

Eerst maar de ratio

Soms, héél soms, gebeuren er mooie dingen tijdens zo’n vergadering. Deze vergadering waren we getuige van een heuse drieklapper. Even uitleggen. Het komt voor, dat er iemand tijdens een vergadering met een verstandige opmerking uit de hoek komt. Echt, dat komt voor. Zeldzamer is de tweeklapper: iemand zegt iets verstandigs en de volgende spreker reageert daar met een zinnige uitspraak op. Dan de drieklapper. Dat is een tweeklapper waarop dan weer een derde persoon een wijs woord antwoord geeft. Drieklappers zijn in Goirle als de bekende witte raaf. Je ziet er eigenlijk nooit eentje; het is hooguit een theoretische mogelijkheid.

Maar op 28 november 2023 was ie er dan, de trikolon: ethos, pathos, logos; these, antithese, synthese; veni, vidi, vici; geloof, hoop, liefde; alle goeie dingen in drieën.

Jeroen

Eerst was daar de hoogst voortreffelijke Jeroen Hendrickx. Hij sprak over de vele gemeenschappelijke regelingen waar Goirle aan deelneemt. Hij stelde vast, dat we in algemene zin vinden dat gemeenschappelijke regelingen enerzijds gemakkelijk zijn. Ze helpen gemeenten met kennis, expertise en operationele inzet. Anderzijds zijn gemeenschappelijke regelingen ook bedreigend voor gemeenteraden. We geven de controle over beleid namelijk grotendeels uit handen aan het ongekozen bestuur van zo’n samenwerkingsverband. ‘De afgelopen jaren is uit verschillende onderzoeken gebleken, dat gemeenteraden een te grote afstand ervaren tot gemeenschappelijke regelingen. Daardoor komt de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen onder druk te staan. De wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) per 1 juli 2022 beoogt om de gemeenteraden meer invloed op de besluitvorming en controle van dergelijke samenwerkingen te geven. Dit is bij de regelingen van agendapunt 5 t/m 10 zichtbaar onder punten als ‘informatieplicht’, ‘burgerparticipatie’ en ‘planning & controlcyclus’. De vraag is: hoe pakt dat uit? Vinden we nu dat we als gemeenteraad – in de geest van de wetswijziging – door deze aanpassingen versterkt zijn in onze kaderstellende en controlerende rol? Nou, soms wordt juist het tegenovergestelde bereikt.

Als voorbeeld noemt hij de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West Brabant 2024 (OMWB). ‘De OMWB stelt, ‘we zijn een beleidsarme regeling en voeren slechts beleid uit dat gemeenten voor ons vaststellen. Om die reden geen burgerparticipatie; gemeenten kunnen deze inspraak zelf regelen bij het maken van beleid. Dat de OMWB ‘beleidsarm’ is, is natuurlijk niet waar. Het ongekozen bestuur van de OMWB maakt formatiebeleid, interventiebeleid en stelt prioriteiten in het werk dat ze doet. Dat is allemaal beleid en interpretatie van door de gemeenten vastgesteld beleid. De gewijzigde Wgr leidt hier dus tot het verder op afstand plaatsen van ingezetenen, die de impact van het werk van de OMWB wél ondervinden.’

Jeroens boodschap luidt: we moeten als gemeente heel voorzichtig zijn met gemeenschappelijke regelingen. Aan hoe meer regelingen we deelnemen, hoe meer we uit handen gaan geven. Op zeker moment is er niets meer over om over te besturen als gemeenteraad. We moeten bij volgende beleids- of begrotingsronden hier scherp op zijn. Kijken of de informatieplicht ons echt helpt het beleid van de regeling te controleren of te sturen. Wetende ook dat onze invloed toch al zo klein is, omdat we slechts één stem in een koor van velen zijn.

Ineke

Dan is daar de bedachtzame, verstandige Ineke Wolswijk die stelt: die gemeenschappelijke regelingen zijn er niet voor niks gekomen! Ze behelzen taken die onze gemeente niet zelfstandig kan uitvoeren. ‘Ik onderschrijf de boodschap van de heer Hendrickx, dat we alert moeten zijn en blijven ten aanzien van de gemeenschappelijke regelingen, maar anderzijds: ze zijn nodig.’

Michael

En tot slot dan de uitmuntende Michael Meijers die het standpunt van D66 weergeeft: ‘Wij zijn voor regionale samenwerking, want die leidt tot méér bestuurskracht in plaats van minder bestuurskracht. Wel zijn we kritisch op de democratische legitimering. Wij zijn altijd al voorstander geweest van verdere democratisering van de regionale samenwerking. Dat moet geregeld worden in de Wet gemeenschappelijke regelingen, en dat is een zaak voor de Eerste en Tweede Kamer.’

Dan de emotie

Moties gaan vaak over emoties. Gezond Verstand diende pardoes (tien seconden voor het begin van de hamerraad) een motie in over verkeersongevallen en gebrek aan daadkracht bij het college. Ligt allemaal erg gevoelig natuurlijk, kort na een verschrikkelijk verkeersongeluk. Ook de PvdA had al per brief van 27 november heel beleefd aandacht gevraagd voor de verkeersveiligheid van fietsers. De motie van Gezond Verstand was wat steviger van toon. En wat verwijtender. Le ton qui fait la musique. Irritatie links en rechts. Emoties. Raadsleden die boos worden.

Hulde voor Michael Meijers die het gulden midden zocht en vond. Op 12 december wordt de motie behandeld.