Een nieuwe wethouder, een man ‘van buiten’. Laten we eens kennis gaan maken. Een afspraak is snel gemaakt, want zijn agenda is nog tamelijk leeg. Eerste indruk: een aangename persoonlijkheid.
door: Norbert de Vries
De ruime speling der fantasie
Als je nog van niets van iemand weet, heeft je fantasie alle gelegenheid naar alle kanten uit te waaieren. Koos woont in Made, en dat is een twee-eenheid met Drimmelen, bekend als de poort tot de Biesbosch. Ik dacht: water. Krook leek me een mooie naam voor een geslacht van riviervissers. Ik trok daarom het proefschrift van Theo van Doorn weer eens uit de boekenkast: terminologie van riviervissers in Nederland. Heerlijke lectuur! Moffestront, fannie, doft, keeltenen, pinkleertje, driebeentje, paardezegen, ach wat een lekkere woorden! En dan al die vissen. Schotje, houting, elft, fint, prik, bliek, spitskopje, slokker, en zo voort.
Moffestront: schuim ten gevolge van golfslag aan de oevers van de rivier. Het is maar dat u het weet.
En mijn fantasie zwom intussen verder. Naar de dijkdoorbraken, naar de gewesten waar de stem van het water met zijn eeuwige rampen wordt gevreesd en gehoord. En daar dobber ik al in De Biesbosch en denk aan de Sint-Elisabethvloed, de ‘grote en vreeselike vloed’ van 1421. Lotte Jensen heeft studie gemaakt van die vloed, en de betekenis daarvan voor de identiteitsvorming. Een nationale identiteit wordt meestal gekoppeld aan oorlogen en vrede, maar het lijkt er op, dat de identiteitsvormende rol van rampen, vooral overstromingen, voor ons land veel sterker is geweest. Lotte zegt daarover: ‘Rampen ontwrichten de samenleving en dan groeit de noodzaak om samen te werken. Mensen helpen elkaar ongeacht religie of afkomst, stappen over grenzen heen. Het smeedt een band als mensen door een diep dal gegaan zijn en er weer uit kruipen. Er ontstaat een gevoel van ‘we hebben zo veel rampen doorstaan dat we de volgende ook aankunnen’. Dat is het Luctor-et-Emergo-verhaal. Dat narratief is samenbindend. Het combineert kwetsbaarheid met trots, het is een teken van veerkracht. Daarom is de strijd tegen het water zo’n belangrijk element geworden in de Nederlandse identiteit.’
Maar ik dwaal af.
Het leven als visserman, het wonen aan de rivier, de voortdurende dreiging van dijkbreuken, dat vormt toch de identiteit van kleine gemeenschappen in plaatsen als Drimmelen? En omdat we Made en Drimmelen in één adem plegen te noemen: is de mentaliteit van onze Koos ook die van zo’n onverschrokken man op een boot, en de vis die duur betaald wordt?
Fryslân boppe!
Nee, niets van dat al. Die dromerijen van me raken kant noch wal. Geen riviervisser, maar een bakkerszoon uit Friesland. Maar gelukkig komt Koos - hij leest de teleurstelling op mijn gezicht - me enigszins tegemoet: ‘Een oudoom van me heeft onze stamboom uitgeplozen tot ongeveer 1500. De familie komt oorspronkelijk uit Scandinavië, Noorwegen meer bepaald. De naam ‘Krook’ is volgens hem een verbastering van het oud-Noorse woord voor bocht in een rivier. Goed denkbaar dus dat mijn voorouders aan een rivier woonden, en hoogstwaarschijnlijk ook wel hebben gevist.’ Sympathiek, die Koos!
Krook, Cuijk. ‘Om mij buigt de Maas boven Cuyk’, beginregel uit de fameuze roman Kassiopeia van Joop Poulssen. Cuyk komt van het Keltische woord ‘keukja’ wat bocht of kromming van een rivier betekent.
Koos Krook, een naam met opvallend veel k’s en oo’s. Hij werd in 1967 geboren in Kollumerzwaag. Dicht bij de Dokkumer Wouden. Vader was bakker. De bakkerij bestaat nog steeds, nu gedreven door een broer van Koos. Wat wil Koos? Hij wil vooruit! Het stille dorp uit. Hij doet een beroepskeuzetest, en die wijst uit: uitermate geschikt om huisarts te worden. Maar met enkel een MAVO-diploma is dat een heel lange, moeizame weg. Verpleegkundige is alvast een goede stap in de richting. Hij studeert in Groningen (HBO-v) en in Maastricht (Gezondheidswetenschappen). In die laatste plaats leert hij zijn vrouw kennen: ‘Twee heel verschillende werelden: het hoge, protestantse noorden versus het diepe, katholieke zuiden. Maar het is een hechte eenheid gebleken.’
Een lange reeks functies in de zorg
Na de studie volgen tal van werkzaamheden en functies: als psychiatrisch verpleegkundige, als docent, als wetenschappelijk onderzoeker, en als GGZ-medewerker, onder meer gericht op preventieprojecten. De zorg ligt hem na aan het hart. Hij schreef twee boeken, het ene over het omgaan met probleemgedrag bij ouderen, het andere over boderline. Het boek ‘Boderline de baas’ geldt als een van de beste publicaties over deze psychiatrische stoornis in ons land. Er zijn van dit in 2004 verschenen boek inmiddels bijna 30.000 exemplaren verkocht. Maar wat is borderline? ‘Borderline kennen we in vele gradaties; de stoornis wordt getriggerd door instabiliteit, en leidt ook tot instabiliteit in denken, voelen en handelen bij de patiënt. Heftige stemmingswisselingen vormen een van de kenmerken van deze stoornis (naast een laag zelfbeeld, chronisch gevoel van leegte, onbeheersbare woede, verlatingsangst, en zwart-witdenken).’ Hij kent de stoornis van dichtbij.
De functiereeks verandert in 2006 van karakter: hij gaat de politiek in. ‘Het is als met al die eerder functies ook: het komt op zeker moment op je pad. En ik houd wel van nieuwe uitdagingen.’
Wethouder
Koos werd - na een tweejarige periode als interim-directeur van het Biesboschcentrum te Drimmelen – wethouder in Drimmelen, en daarna wethouder in Neerijnen en, weer nadien, in Steenbergen. In zijn portefeuille telkens, naast tal van andere taakvelden, jeugdzorg, WMO en volksgezondheid. Om het eigentijds te formuleren: het sociaal domein. Hé, ook kunst en cultuur heeft zijn bijzondere aandacht. Goed om te weten.
We plaudern wat over het huidige tijdsgewricht. Koos weidt uit over de samenleving die in voortdurende staat van verandering is, en dat maakt de mensen onzeker en bang. De sociale verbanden brokkelen af, de balans is verstoord. Een zorgelijke ontwikkeling. De individualisering en den aankleve van dien. Vroeger had je de kerk als bindende en stabiliserende factor, maar dat is grotendeels verleden tijd. Zelfs uit Jorwerd is God inmiddels verdwenen. ‘We hebben een nieuwe verbindende factor nodig. Er moet weer balans komen in onze samenleving.’ Koos richt zich daarbij vooral op de rol van het gezin. Als volbloed CDA-er ziet hij het gezin als hoeksteen van de samenleving. En met het gezin gaat het niet goed! ‘Kijk naar de ellende die voortkomt uit de zogeheten vechtscheidingen. De effecten daarvan voor de kinderen zijn vaak funest. En de samenleving mag de problemen daarna gaan oplossen.’
Water
Uit een gedicht van Gerrit Komrij:
Hetzelfde water dat met stormgejoel
En helse vlagen komt en wordt gevreesd,
Is ook het water dat, sereen en koel
De mensen van hun kwellingen geneest.