Op dinsdag 12 september 13.30 uur spreekt prof. dr. Bart Berden voor Senioren Goirle; ook uitgenodigd zijn de leden van het Vrouwennetwerk Goirle, maar overigens is iedereen welkom in de kapel van CC Jan van Besouw (wel aanmelden nog tot 5 september via kbogoirle@gmail.com of 06-51908084; aarzel niet te lang, er is veel belangstelling). Bart Berden is bestuursvoorzitter van ETZ, hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen; zijn onderzoeksdomein is de organisatie van de ziekenhuiszorg. Tijdens de coronajaren was hij regelmatig te zien op de nationale televisie, ik interviewde hem in die tijd telefonisch voor Goolse Kringen van de LOG. Met het oog op zijn lezing houd ik een voorgesprek. Ook dit gesprek is op zijn verzoek per telefoon. Nee, hij verblijft niet op Rhodos, stellen we ter geruststelling vast op dinsdag 25 juli terwijl het eiland brandt …
door Ben Loonen
Zorgstelsel op een kantelpunt
Het is niet zo dat de gezondheidszorg in brand staat, maar er hangen wel rookwolken boven en we noemen dat crisis. Een van de vele crises die Nederland teisteren. Brabants Dagblad op 18 juli kopte: “Minder vaak in ziekenhuis, anders loopt de zorg vast”. Het is een quote van demissionair-minister Ernst Kuipers, volgens wie het zorgstelsel op een kantelpunt staat. Bart Berden noemt zich geen adviseur van de minister, maar hij spreekt hem wel regelmatig. Zij zitten op één lijn. Ziekenhuizen moeten niet meer altijd alles doen. Dat vindt Bart Berden ook. Onlangs werd ergens het idee gelanceerd van een megagroot ziekenhuis midden in het land waar alles in huis is, waar alles efficiënt kan verlopen, dat alle andere ziekenhuizen overbodig zou maken. Onzin, aldus Berden, regionale ziekenhuizen blijven nodig; ze zijn efficiënt en kwalitatief zeker aan de maat.
Maar het is wel zinnig om te concentreren en te specialiseren. Zo zijn er als illustratie in Noord-Brabant twee ziekenhuizen waar openhartoperaties worden gedaan (Breda en Eindhoven). In Nederland zijn 10 traumacentra met een complete uitrusting en staf voor zware ongelukken of calamiteiten (Tilburg is daar één van). Het is zinnig dat er ziekenhuizen zijn die gespecialiseerd zijn in liesbreuken, prostaat en cataract en veel operaties uitvoeren. Dat is beter dan wanneer in alle ziekenhuizen er weinig van dergelijke operaties gedaan worden. En nee, een spoedpost om de hoek is niet nodig, zoals het ook niet nodig is dat in elke dorp een ambulance ter beschikking staat. Het kantelpunt in de zorg is de gedachte dat niet alles meer mogelijk is, het voegt kwalitatief niets toe, integendeel, en de middelen zijn beperkt; het moet haalbaar en betaalbaar blijven.
Het moet verstandiger
Niet alles is meer mogelijk. Die gedachte moet landen in het denken en aanvoelen van artsen en specialisten (de aanbieders van zorg), maar evengoed bij de burgers (de vragers van zorg). Aan de ziekenhuiskant wordt veel meer afgewogen wat verstandig en zinnig is, wat de kwaliteit van leven bevordert, wat passend is bij déze patiënt. Medische zorg kan niet op de automatische piloot, het kan niet alleen maar protocol-gestuurd, one size fits all. Vraag: kunnen de protocollen dan in de prullenmand? Nee, dat niet, ze zijn een leidraad, maar ze zijn inderdaad wel relatief. Schaarste moet bij de afweging betrokken worden. Veel vraag blijkt overbodig, voortkomend uit overbezorgdheid en angst zonder dat er een objectieve reden is. Als er een verandering komt in het denken van alle betrokkenen is er al veel gewonnen; een cultuuromslag heet dat.
Lief ziekenhuis
Ja, in de tijd dat Bart Berden aan het roer staat is de missie van ETZ - een erfgoed van de Zusters van Liefde - zo geformuleerd: “zijn” Elisabeth-TweeSteden wil een lief ziekenhuis zijn. Het betekent dat de menselijke maat in acht genomen wordt, dat er vriendelijk wordt omgegaan met de patiënt en zijn ziekte. Hij staat niet alleen, zijn familie wordt erbij betrokken. Er wordt tijd gemaakt voor een gesprek. Het lieve ziekenhuis probeert goed te luisteren: wat wil de patiënt? Alles uit de kast: operatie, bestralingen, chemo? Ja, doe maar. En wat wil hij niet: ernstige bijwerkingen, verlies aan kwaliteit van leven, geringe winst in levenstijd? Nee, dat liever niet. Het is altijd een individuele afweging die in een gesprek met de betrokkenen tot stand komt. Meer is zelden beter.
Boodschap voor senioren?
Het is bekend: 80% van de middelen gaat naar de laatste paar levensjaren. Moeten senioren niet bereid (gemaakt) worden om af te zien van medisch handelen, uit solidariteit met de jongere patiënten, uit oogpunt van de kosten? Nee, dat is niet de boodschap die Bart Berden gaat brengen. Als je een liesbreuk krijgt met 92 laat je dat natuurlijk behandelen. Een nieuwe hartklep is wat anders, maar dat moet altijd individueel afgewogen worden. Aan leeftijdsdiscriminatie doen we niet. Terughoudendheid is wel geboden. Het adagium baat het niet dan schaadt het niet is niet meer van toepassing. Ik teken op: ziekenhuisbezoek schaadt altijd; alleen al vanwege de ziekenhuisbacterie kun je het ziekenhuis beter vermijden. En daar werkt Bart Berden, wat een gevaarlijke werkplek! Hij moet er om lachen: ach, ik heb zo’n kamertje weg van de zorgverlening. Gezond leven, zelf meer verantwoordelijkheid nemen, werken aan preventie, de levenskunst beoefenen die tevens stervenskunst is. We moeten gezondheid niet inruilen voor gezondheidszorg/consumptie. Ook de geneeskunde moet meer geneeskunst worden. Wat dat precies betekent daar horen we op 12 september beslist meer van.
De neiging bij te dragen
Wie is Bart Berden, waar gelooft hij in? Hij is in 1959 geboren in Venlo. Ja, katholieke opvoeding, hij was zelfs misdienaar. Nee, hij wilde nooit priester worden, maar altijd arts. De artsenij zat in de familie, vandaar. Hij keek verder dan Limburg en Brabant, ging naar India, Afrika, de V.S. waar hij ontdekte dat gezondheidszorg altijd ingebed is in een cultuur. Hij is niet lang praktiserend arts geweest, want na zijn afstuderen (en promotie) volgde hij een wetenschappelijk spoor dat hem naar het besturen van ziekenhuizen bracht en naar zijn huidige functie. Zal hij straks lid worden van een seniorenvereniging? Hij sluit het niet uit, want hij heeft “de neiging bij te dragen”, hij zit in zijn woonplaats in allerlei clubjes. Als je onderdeel bent van een gemeenschap geeft dat ook verplichtingen, vindt hij. Hij bewondert Wil van der Kruijs daar in, de voorzitter van Senioren Goirle die ook rustig in zijn stoel onder een boom zou kunnen zitten, maar die altijd in de weer is voor zijn gemeenschap.