Zingen

Ik kan het niet helpen. Heel regelmatig heb ik een liedje in mijn hoofd. Dat waart rond in mijn gedachten en het moet er uit. Dan sluipen zachtkes zingend of neuriënd of knallen lekker hard een paar regels of coupletten door het huis. Niemand in huize van B kijkt daar van op. Als ik stil en aan het werk ben, voelt het als achtergrondmuziek. Mijn spelertje staat helemaal uit als ik in gesprek ben. Wat ik binnen mijzelf hoor en meezing komt zomaar uit de lucht vallen, het is de echo van wat op de radio was, als het me pakte, bij me binnenkwam. De weerklank van een zangrepetitie of -uitvoering. Pff, prettig als je daar in de avond mee bezig was en stuiterend met die muziek thuis komt. Je voelt de halve nacht melodie en tekst door het hoofd golven.

Zin-gen is zinnig, heeft zin, geeft zin. Goed voor je gemoed. Het is smeken, bidden, treuren, mijmeren, mediteren, herinneren en dat allemaal op nootjes. Een geweldige uitlaatklep. Een vorm van verbinding met iets hogers. Het tilt op. Het zorgt bij mij voor emoties. Zingen is een lijntje naar de medemens, naar liefhebbers van hetzelfde, veraf en dichtbij. Weet je nog wel, toen we…….? Het haalt herinneringen op. Zingen is samen bezig zijn en naar elkaar luisteren.

De Passietijd is voorbij. Bij uitstek de tijd van gezongen muziek en samen zingen. Kerken werden concertzalen. Concertzalen werden kerken. De vele rijke klanken daalden op iedereen neer, op ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’, zorgden voor verbinding. Het hoeft niet altijd de goddelijke Bach en de ontroerende Buxtehude te zijn. Of een van de vele schitterende Stabat Maters. Huub Oosterhuis zaliger, Stijn van der Loo: zij zijn prima in orde. Lekker en goed te doen om zelf te zingen. Onze eigen Marcel Zagers, onze voormalige pastoor Paul Jansen, Gotiko, Eigenwijs, de solisten en de piano-, fluit- en gitaarspelers, ze deden het gewoon in onze eigen Sint Jan. Ze waren buitengewoon. En daar hebben veel mensen van kunnen genieten.

Kees van Bohemen