Hij brengt wat teweeg, de schaars geworden wulp met zijn lange snavel. Ademloos volgt een volle zaal een filmpje waarvoor Cathrien van Engelen wekenlang in het veld is geweest. Vlak voor het maaien hebben de weidevogelbeschermers van het B-team een koppel wulpen gevonden. Met boer Kees gaan ze het gesprek aan. De grote maaimachine komt grommend dichterbij maar laat een cirkel rond het nest gespaard. Vrijwilligers beveiligen het kwetsbare eilandje in de vlakte met schrikdraad. Dat de grond productiefactor is voor de boer telt niet voor de wulp. Van de drie kleintjes die door het weiland stappen blijft er, mogelijk door rovers als vos, kat of kraai, uiteindelijk één over, nog niet het vervangingscijfer. In het laatste shot vliegen vader en jong tegen een ondergaande zon op uit het weiland.
Spelen in het hooi
De belangstelling is groot: zo’n 45 mensen luisteren in de bibliotheek in Goirle naar de lezing van het B-team Goirle-Riel over ‘Weidevogels in de gemeente Goirle. En de wulp’. Waarom de wulp apart genoemd? Die was eigenlijk een heidevogel, legt Victor Retel Helmrich uit. Zijn lezing gaat over teruggang van soorten en hoe vrijwilligers vogels proberen te redden tegen de verdrukking in: verdroging en verdringing zijn grote oorzaken van verlies aan biodiversiteit.
De zwart-witfoto van een kleine Victor in de jaren vijftig, met broertje en zusje vrolijk spelend in het hooi illustreert verandering: waar is nog hooi? Gras wordt ingekuild. Victor, een geducht vogelaar, kan zelf ver terugkijken, maar elke generatie ervaart de natuur om zich heen als startpunt en ziet niet wat al verloren is gegaan: de shifting baseline. Kaarten tonen de verstedelijking rond Tilburg: in 1960 een stad omringd door kleinschalige akkers, bos, weide en heide; nu andersom: bos en ruil-verkavelde graslanden omringd door de stad, alles in één mensenleven veranderd.
Telefoontje in de vroege ochtend
Krijgen weidevogelvrijwilligers in de vroege ochtend een telefoontje dat een boer wil gaan maaien, dan gaan ze er spoorslags heen om een bekend weidevogelnest te beschermen of te verplaatsen. Dat laatste kan met de kievit, meermalen zelfs, maar niet met de wulp, die er al vandoor gaat als iemand op 300 meter nadert. Weidevogels hebben nat landschap nodig, ooit rondom aanwezig. Aantallen lopen enorm terug. Elke kievit, elke grutto, elke wulp is er één. En één en één maakt hopelijk minstens drie.
Kennis is cruciaal, stelt Victor, die denkt in aantallen territoria, leefgebieden. Zat de wulp op de heide, hij heeft zich aangepast en had voordeel van de opkomende landbouw, tot die te grootschalig werd en weinig ruimte liet voor ander leven. In het agrarisch gebied holt de biodiversiteit achteruit; weidevogels dreigen hier geheel te verdwijnen. Verdroging slaat al lang toe, door klimaatverandering en omdat boeren op nat land moeite hebben met hun zware machines. Zijn de boeren nu de boosdoeners? Nou nee, de vrijwilligers werken waar het maar kan met de boeren samen en vier, persoonlijk uitgenodigd, zitten er in de zaal en luisteren actief mee.
Het knopke moet om
Het gaat om de wulp en om zoveel meer. We zijn verstrikt in ons economisch model, merkt iemand op. We moeten wel wíllen veranderen, zegt een ander. Het knopke moet nog om, stelt Wim de Jong van Brabants Landschap: we zijn gewend geraakt tegen de natuur te boeren maar nu moeten we met de natuur mee. Waarom hebben we geen lokale agrarische natuurvereniging? Wordt wel gebruik gemaakt van regelingen, de ErvenPlus-regeling, de Stimuleringsregeling Landschap?
Ze zijn het eens, de ambtenaar van de gemeente, de B-teamleden, Brabants Landschap: wat vogel-beschermers en boeren kunnen in het klein kan op elke schaal: samenwerken aan een hoger doel. Het belang van de natuur en biodiversiteit voor dier en mens kan niet overschat. Naderhand wordt nog druk nagepraat en contacten worden gelegd en vernieuwd. Alles voor de wulp en zoveel meer.
Anjo Roorda