Hebt vertrouwen! De lente zal zeker komen!
“Wie zou denken - als hij het niet heel zijn leven in eerdere lentes had ervaren -, wie zou zich twee of drie maanden tevoren kunnen voorstellen dat het aanzicht van de natuur dat toen zo doods leek, zo prachtig en gevarieerd zou worden? Wat ziet een boom er anders uit, wat een verschil merkt u als hij al of niet bladeren draagt! Hoe onwaarschijnlijk leek het van tevoren, dat de dorre en kale takken plotseling met zo iets stralends en verfrissends bekleed zouden worden! Toch komen op het moment dat God het wil, bladeren aan de bomen. Het seizoen kan op zich laten wachten, maar uiteindelijk zal het komen.”
Zo schrijft de heilige John Henry Newman (1801-1890) met poëtische woorden over de lente. Ik vermoed dat hij stiekem in mijn tuin gekeken heeft; die lag er enkele weken ook nog doods en mistroostig bij. In een vrijmoedig enthousiasme had ik weliswaar vorig jaar allerlei bloembollen in de grond gestopt, maar die hielden zich nog lekker verborgen in de koude grond. Het was een sneue bedoeling. Toch is er met de nodige regen en zon werkelijk een wonder gebeurd met natuurlijk vuurwerk: Mijn tuintje staat nu vol met prachtige hyacinten, narcisjes, blauwe druifjes en tulpen.
Het is zoals het Paasfeest, waar we na drie doodse dagen vieren dat Jezus weer leeft. De apostelen waren ontmoedigd en teleurgesteld geweest. Ze konden zich -zelfs toen Maria Magdalena zei dat ze Jezus levend gezien had- niet voorstellen dat dit waar was. Ze geloofden het pas toen ze het zelf zagen. Wij hebben dit zelf niet meegemaakt, maar worden uitgenodigd deze getuigenissen te overwegen. Want als het waar is dat Jezus – de Zoon van God – uit de dood is opgestaan, dan mag dat ook ons hoopvol maken; dan kunnen wij ook verwachtingsvol uitzien naar de lente die opbloeit wanneer ons leven als de winter voelt.
En vanuit deze vreugdevolle hoop, mogen we oprecht omzien naar elkaar zoals paus Franciscus oproept:
”Een land zal alleen vruchtbaar zijn en zijn mensen zullen pas vrucht dragen […] in de mate dat het een gevoel van verbondenheid onder zijn inwoners kan stimuleren […] en […] alles kan uitschakelen wat ons ongevoelig maakt voor anderen en tot verdere vervreemding leidt.” (Fratelli Tutti, nr.53)
Elvée