Leun op mij,

Dit is een uitspraak van Thomas van Luyn die afgelopen week de verteller was tijdens the Passion in Harlingen. Hij vertelde eerder in een televisie-programma dat hij niet gelovig is, maar toch graag deze rol als verteller heeft aangenomen. Daarin kon hij op zijn eigen manier het lijdensverhaal vertolken over een man die hij bewonderde. Voor hem is Jezus een man waar mensen op kunnen vertrouwen, om met Thomas’ woorden te zeggen: leun op mij.

Leunen gaat verder dan vertrouwen. Degene waarop je leunt is een soort toeverlaat, zoals een rotsblok waar je op uitrust en dat je vertrouwt dat hij je draagt. Meer verwacht je niet. En als het meezit is degene waar je op leunt ook nog iemand die je helpt of geruststelt.

In de encycliek Fratelli Tutti gaat hoofdstuk 3 over het bedenken en creëren van een open wereld en begint met: ’een menselijk wezen is op zo’n manier gemaakt dat het zichzelf niet verwezenlijkt, zich niet ontwikkelt en de eigen volheid niet kan vinden, “dan door de oprechte gave van zichzelf”. Ik vind dit een moeilijke zin: betekent het woord gave een goede eigenschap of betekent het dat “ je je geeft”. Ik denk het laatste want pas wanneer je je geeft, kom je in contact met de ander, ontmoet je de ander, communiceer je, ontdek je jezelf.

Afgelopen weken had ik vanuit Goirle enkele contacten met Rielenaren van het Dorpscollectief Riel. We spraken over hoe we Oekraïense mensen meer kunnen betrekken in het dagelijks ‘dorpsleven’. We kwamen tot de gedachte: wat kunnen wij hen bieden en wat kunnen zij ons bieden. Dus geen eenzijdig leunen, maar uitgaan van elkaars gave. Tussen de bedrijven door realiseerden we ons dat wij Goirle- en Rielenaren ook op elkaar leunen: we gaan onze eigen gang, maar weten elkaar te vinden als dat nodig is.

Paul Langeveld